ECLI:NL:RVS:2024:969
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar omgevingsvergunning voor kappen van bomen in Hilversum
Op 5 maart 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 juli 2023. De zaak betreft een omgevingsvergunning die op 7 november 2022 door het college van burgemeester en wethouders van Hilversum is verleend voor het kappen van 18 bomen op diverse locaties in de gemeente Hilversum. Het college verklaarde op 7 december 2022 het bezwaar van [appellant] tegen deze vergunning niet-ontvankelijk. De rechtbank Midden-Nederland heeft het beroep van [appellant] tegen deze niet-ontvankelijk verklaring ongegrond verklaard, waarop [appellant] in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 5 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, onder leiding van voorzitter H.C.P. Venema, de zaak behandeld. [appellant] betoogde dat hij wel degelijk een persoonlijk belang heeft bij de omgevingsvergunning, omdat het college onzorgvuldig zou hebben gehandeld bij de behandeling van de aanvraag. Hij stelde dat het onzorgvuldig handelen niet alleen hem, maar ook andere inwoners van Hilversum raakt.
De Afdeling oordeelde echter dat [appellant] geen gevolgen van betekenis ondervindt van de kap van de bomen, aangezien deze zich op meer dan 400 meter van zijn woning bevinden en hij er geen zicht op heeft. De Afdeling bevestigde de conclusie van de rechtbank en het college dat [appellant] geen persoonlijk belang heeft bij de verlening van de omgevingsvergunning. Daarom werd het bezwaar van [appellant] terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.