ECLI:NL:RVS:2024:862

Raad van State

Datum uitspraak
6 maart 2024
Publicatiedatum
28 februari 2024
Zaaknummer
202206686/1/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.T.J.M. Jurgens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan herziening Buitengebied 2021 gemeente Simpelveld

Op 6 oktober 2022 heeft de raad van de gemeente Simpelveld het bestemmingsplan "Herziening bestemmingsplan Buitengebied 2021" vastgesteld. Tegen dit besluit heeft de appellant, wonend te Simpelveld, beroep ingesteld. De raad heeft een verweerschrift ingediend en de appellant heeft een nader stuk ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op zitting behandeld op 7 augustus 2023, waarbij de appellant werd bijgestaan door G.G. Kranendonk, rechtsbijstandsverlener, en de raad werd vertegenwoordigd door M.H.L. Crins en M.J.J. Mevis.

Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Volgens artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór de inwerkingtreding ter inzage is gelegd, het recht zoals dat gold vóór dat tijdstip van toepassing. Het ontwerpplan is op 13 april 2022 ter inzage gelegd, waardoor de Wet ruimtelijke ordening van toepassing blijft tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.

De appellant heeft beroepsgronden aangevoerd met betrekking tot bijbehorende bouwwerken, het oneigenlijk wijzigen van planregels en de peilhoogte, die identiek zijn aan die in de procedure over het bestemmingsplan "Kernen gemeente Simpelveld herziening 2021". De Afdeling komt tot hetzelfde oordeel als in de eerdere uitspraak en verklaart het beroep ongegrond. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. G.T.J.M. Jurgens, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, griffier.

Uitspraak

202206686/1/R2.
Datum uitspraak: 6 maart 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Simpelveld,
appellant,
en
de raad van de gemeente Simpelveld,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 6 oktober 2022 heeft de raad het bestemmingsplan “Herziening bestemmingsplan Buitengebied 2021” vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak op zitting behandeld op 7 augustus 2023, waar [appellant], bijgestaan door G.G. Kranendonk, rechtsbijstandsverlener, en de raad, vertegenwoordigd door M.H.L Crins en M.J.J. Mevis, zijn verschenen.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 13 april 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Beroepsgronden
2.       [appellant] heeft over bijbehorende bouwwerken, het oneigenlijk wijzigen van deze planregels en de peilhoogte dezelfde beroepsgronden aangevoerd als in de procedure over het bestemmingsplan "Kernen gemeente Simpelveld herziening 2021". De planregels in beide bestemmingsplannen zijn op dit punt identiek. Daarom komt de Afdeling tot hetzelfde oordeel en volstaat zij met een verwijzing naar haar uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:861. De betogen slagen niet.
Conclusie
3.       Het beroep is ongegrond.
4.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep ongegrond.
Aldus vastgesteld door mr. G.T.J.M. Jurgens, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. R.M. Ahmady-Pikart, griffier.
w.g. Jurgens
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Ahmady-Pikart
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 maart 2024
638-1045