ECLI:NL:RVS:2024:794

Raad van State

Datum uitspraak
29 februari 2024
Publicatiedatum
27 februari 2024
Zaaknummer
BRS.24.000022
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag over de bewaring van een vreemdeling

Op 29 februari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond. De rechtbank had op 29 januari 2024 het beroep van de vreemdeling tegen het voortduren van zijn bewaring ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De vreemdeling was op 17 december 2023 in bewaring gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

In het hoger beroep, dat werd ingesteld door de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Akkas, werd aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte had geoordeeld over de rechtmatigheid van de bewaring. De Afdeling bestuursrechtspraak heeft echter geoordeeld dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moesten worden. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank leidde.

De Afdeling heeft ook ambtshalve geen redenen gezien om de bewaring onrechtmatig te achten. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De beslissing werd uitgesproken in het openbaar op 29 februari 2024.

Uitspraak

BRS.24.000022
Datum uitspraak: 29 februari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 29 januari 2024 in zaak nr. NL24.1254 in het geding tussen:
[de vreemdeling],
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Procesverloop
Bij besluit van 17 december 2023 heeft de staatssecretaris de vreemdeling in bewaring gesteld.
Bij uitspraak van 29 januari 2024 heeft de rechtbank het met een kennisgeving vanwege de staatssecretaris tegen het voortduren van de bewaring aanhangig gemaakte beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. S. Akkas, advocaat te Amsterdam, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.  Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
2.       De Afdeling ziet ook ambtshalve geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. M. Soffers, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van M.W. Schippers, griffier.
w.g. Soffers
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Schippers
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 29 februari 2024
981