ECLI:NL:RVS:2024:713
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en verzoek om voorlopige voorziening
Op 21 februari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van asielaanvragen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. H.E. Visscher, hadden een verzoek ingediend om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 8 november 2023 door de staatssecretaris was afgewezen. De vreemdelingen gingen in beroep tegen deze afwijzing bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. De rechtbank verklaarde het beroep op 31 januari 2024 ongegrond, waarop de vreemdelingen hoger beroep instelden en tevens verzochten om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Raad van State heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De motivering van de rechtbank werd overgenomen, en het hoger beroep werd ongegrond verklaard. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd afgewezen, en de staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en biedt geen ruimte voor verdere motivering, aangezien het hogerberoepschrift geen relevante vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid of rechtsontwikkeling beantwoord moesten worden.