ECLI:NL:RVS:2024:5397
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen omgevingsvergunning voor woning in De Westereen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 2 augustus 2023, waarin het beroep tegen de omgevingsvergunning voor het bouwen van een woning naast [locatie] te De Westereen ongegrond werd verklaard. De omgevingsvergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van Dantumadiel op 3 januari 2022 aan [vergunninghouder]. [appellant], die tegenover het perceel woont, is het niet eens met de procedure die heeft geleid tot de woonbestemming van het perceel en heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning. Het college verklaarde het bezwaar ongegrond op 28 april 2022. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak, waartegen [appellant] hoger beroep heeft ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak op 4 december 2024 behandeld. Tijdens de zitting zijn zowel [appellant] als het college, vertegenwoordigd door mr. H. Sikkema, verschenen. Ook [vergunninghouder] is gehoord. De Afdeling heeft overwogen dat de hoger beroepsgronden van [appellant] voornamelijk gericht zijn tegen het bestemmingsplan ‘Herziening bestemmingsplan Bûtengebied Dantumadiel' uit 2014, dat onherroepelijk is en niet kan worden betrokken in de beoordeling. De argumenten van [appellant] over de omgevingsvergunning zijn grotendeels herhalingen van eerdere stellingen en de Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank.
De Afdeling heeft besloten om de aangevallen uitspraak te bevestigen en het verzoek om schadevergoeding af te wijzen. De uitspraak is gedaan op 24 december 2024.