ECLI:NL:RVS:2024:5327

Raad van State

Datum uitspraak
15 oktober 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
202402553/3/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openbaarheid van documenten en adresgegevens in het kader van de Wet open overheid

In deze zaak heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht op 2 juni 2023 een besluit genomen naar aanleiding van een verzoek van [appellant] op grond van de Wet open overheid (Woo). [appellant] verzocht om openbaarmaking van alle stukken en correspondentie met betrekking tot een opdracht die de gemeente Utrecht had verstrekt aan [consultancybureau], dat betrokken was bij een juridisch conflict tussen de gemeente en [appellant]. [appellant] was echter niet akkoord met de openbaarmaking van zijn adresgegevens en die van omliggende panden, omdat dit een verband zou kunnen leggen met hoge dwangsommen die hij van de gemeente vorderde.

De rechtbank Midden-Nederland verklaarde op 11 april 2024 het beroep van [appellant] ongegrond, waarna hij hoger beroep instelde. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak zonder zitting behandeld en geconcludeerd dat [appellant] geen procesbelang heeft bij het hoger beroep. Dit is gebaseerd op een eerdere uitspraak van de Afdeling, waarin werd geoordeeld dat de adresgegevens openbaar gemaakt mogen worden, omdat het algemeen belang van openbaarheid zwaarder weegt dan het belang van [appellant] bij bescherming van zijn persoonlijke levenssfeer.

De Afdeling heeft het hoger beroep van [appellant] als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en bevestigd dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer, en is openbaar uitgesproken op 15 oktober 2024.

Uitspraak

202402553/3/A3.
Datum uitspraak: 15 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in Utrecht,
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-­Nederland van 11 april 2024 in zaken nrs. 23/2867 en 23/5740 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Utrecht.
Procesverloop
Bij besluit van 2 juni 2023 heeft het college beslist op een verzoek op grond van de Wet open overheid (hierna: de Woo) van [appellant].
Bij besluit van 25 oktober 2023 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 11 april 2024 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De Afdeling doet uitspraak zonder zitting.
2.       [appellant] heeft het college op grond van de Woo verzocht om openbaarmaking van alle stukken en correspondentie over een door de gemeente Utrecht aan [consultancybureau] verstrekte opdracht. [consultancybureau] is een consultancybureau dat door de gemeente is ingesteld in een juridisch conflict tussen de gemeente Utrecht en [appellant]. [appellant] is het er niet mee eens dat het college als gevolg van zijn Woo-verzoek ook de adresgegevens van zijn pand en van de omliggende panden openbaar maakt. Hij is gedurende het conflict met de gemeente een groot aantal juridische procedures tegen de gemeente gestart, waardoor hij recht heeft op hoge bedragen aan dwangsommen van de gemeente. Als het adres van zijn pand en van de omliggende panden openbaar wordt gemaakt, dan kan een verband tussen hem en deze hoge dwangsommen worden gelegd.
3.       Procesbelang is het belang dat bestaat bij de uitkomst van de procedure, dus wat de rechtzoekende concreet met het hoger beroep wil of kan bereiken.
De Afdeling stelt vast dat zij in de uitspraak van 15 mei 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2046, al heeft geoordeeld dat de adresgegevens van het pand van [appellant] en van de omliggende panden openbaar mogen worden gemaakt. In deze zaak heeft een journalist namens het Algemeen Dagblad verzocht om openbaarmaking van alle documenten over het juridisch conflict tussen de gemeente Utrecht en de eigenaar van het pand. De Afdeling heeft in de uitspraak van 15 mei 2024 overwogen dat het algemeen belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische samenleving zwaarder weegt dan het belang van [appellant] bij eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Omdat de Afdeling al eerder heeft geoordeeld dat de adresgegevens van het pand van [appellant] en van de omliggende panden in documenten over hetzelfde juridisch conflict openbaar mogen worden gemaakt, is de Afdeling van oordeel dat [appellant] geen procesbelang heeft bij een beoordeling van het hoger beroep.
4.       Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk.
5.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Ley-Nell, griffier.
w.g. Minderhoud
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Ley-Nell
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 15 oktober 2024
1031