ECLI:NL:RVS:2024:5201

Raad van State

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
202403444/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A. ten Veen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit gemeenteraad Berg en Dal inzake bestemmingsplan Leuth Noord en verzoek om voorlopige voorziening

Op 16 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bewoners van Leuth, beroep hebben ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad van Berg en Dal van 11 april 2024. Dit besluit betreft de wijziging van het bestemmingsplan 'Leuth Noord', dat de realisatie van maximaal 32 woningen aan de Bredestraat te Leuth mogelijk maakt. Verzoekers hebben tevens een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij vrezen dat er waardevolle bomen in het plangebied gekapt zullen worden voordat er een uitspraak op hun beroep is gedaan.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de raad van de gemeente Berg en Dal op 11 november 2024 heeft aangegeven dat zij op korte termijn willen beginnen met de uitvoerende werkzaamheden, waaronder het rooien van het groen in het plangebied. Verzoekers wonen in de directe omgeving van het plangebied en willen voorkomen dat de bomenrij aan de zuidzijde van het plangebied wordt gekapt. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Leuth Noord' was het bestemmingsplan 'Kern Leuth' van toepassing op de gronden waar de bomenrij staat.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De motivering hiervoor is dat het rooien van houtopstanden niet is genormeerd in de bestemmingsplannen 'Leuth Noord' en 'Kern Leuth'. Hierdoor kan schorsing van het bestemmingsplan 'Leuth Noord' de kap van de bomen niet voorkomen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is bij het verzoek van verzoekers.

Uitspraak

202403444/2/R4.
Datum uitspraak: 16 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, allen wonend in Leuth, gemeente Berg en Dal,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Berg en Dal,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 16 december 2024 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. A. ten Veen, voorzieningenrechter
griffiers: mr. W.J.C. Robben en mr. A.J. Hielkema
Verschenen:
[verzoeker];
De raad van de gemeente Berg en Dal, vertegenwoordigd door mr. H.J.I. Verouden;
[partij], vertegenwoordigd door mr. C.J. Schipperus, advocaat te Wijchen, vergezeld door [gemachtigde].
[verzoeker] en anderen hebben bij de Afdeling beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 11 april 2024, waarbij de raad het bestemmingsplan "Leuth Noord" gewijzigd heeft vastgesteld. Tevens hebben [verzoeker] en anderen de voorzieningenrechter verzocht om hangende dit beroep een voorlopige voorziening te treffen. Het bestemmingsplan voorziet in het realiseren van maximaal 32 woningen aan de Bredestraat te Leuth. Op dit moment staat in het plangebied een groenstrook met bomen. [partij] heeft bij brief van 11 november 2024 te kennen gegeven op korte termijn te willen starten met de uitvoerende werkzaamheden waaronder het rooien van het groen in het plangebied.[verzoeker] en anderen wonen in de directe omgeving van het plangebied. Met het verzoek willen [verzoeker] en anderen voorkomen dat voorafgaand aan de uitspraak van de Afdeling op hun beroep een volgens [verzoeker] en anderen waardevolle bomenrij aan de zuidzijde van het plangebied wordt gekapt. Voorafgaande aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan "Leuth Noord" was op de gronden waarop de betreffende bomenrij staat het bestemmingsplan "Kern Leuth" van toepassing.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
De motivering daarvoor luidt als volgt.
De voorzieningenrechter stelt vast dat het rooien van houtopstanden niet is genormeerd in de bestemmingsplannen "Leuth Noord" en "Kern Leuth". Gelet daarop kan schorsing van het bestemmingsplan "Leuth Noord" de kap van de betreffende bomen niet voorkomen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is met het verzoek dan ook geen spoedeisend belang gemoeid.
w.g. Ten Veen
voorzieningenrechter
w.g. Robben
griffier
610-1096