ECLI:NL:RVS:2024:5201
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- A. ten Veen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit gemeenteraad Berg en Dal inzake bestemmingsplan Leuth Noord en verzoek om voorlopige voorziening
Op 16 december 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een mondelinge uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bewoners van Leuth, beroep hebben ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad van Berg en Dal van 11 april 2024. Dit besluit betreft de wijziging van het bestemmingsplan 'Leuth Noord', dat de realisatie van maximaal 32 woningen aan de Bredestraat te Leuth mogelijk maakt. Verzoekers hebben tevens een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen, omdat zij vrezen dat er waardevolle bomen in het plangebied gekapt zullen worden voordat er een uitspraak op hun beroep is gedaan.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de raad van de gemeente Berg en Dal op 11 november 2024 heeft aangegeven dat zij op korte termijn willen beginnen met de uitvoerende werkzaamheden, waaronder het rooien van het groen in het plangebied. Verzoekers wonen in de directe omgeving van het plangebied en willen voorkomen dat de bomenrij aan de zuidzijde van het plangebied wordt gekapt. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Leuth Noord' was het bestemmingsplan 'Kern Leuth' van toepassing op de gronden waar de bomenrij staat.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De motivering hiervoor is dat het rooien van houtopstanden niet is genormeerd in de bestemmingsplannen 'Leuth Noord' en 'Kern Leuth'. Hierdoor kan schorsing van het bestemmingsplan 'Leuth Noord' de kap van de bomen niet voorkomen. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen spoedeisend belang is bij het verzoek van verzoekers.