202306932/2/R2.
Datum uitspraak: 13 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend in Waalwijk,
verzoeker,
en
de raad van de gemeente Waalwijk,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 21 september 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Waalwijk, Mr. Van Coothstraat 6" (hierna: het plan) gewijzigd vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
Magna Capital Real Estate 1 B.V. heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De raad heeft een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 3 december 2024, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. L.A. Pronk, advocaat in Helmond, en de raad, vertegenwoordigd door drs. L.A.F. Vorster, zijn verschenen. Verder zijn op de zitting Magna Capital Partners B.V., vertegenwoordigd door mr. E.P. Euverman, advocaat in Breda, en [partij], vertegenwoordigd door [gemachtigde], als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Omdat het ontwerpplan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, blijft op deze procedure het recht zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing.
Inleiding
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
3. Het plan maakt de bouw van drie woongebouwen met in totaal 28 appartementen mogelijk. [verzoeker] woont aan de [locatie] in Waalwijk, direct naast het plangebied. Hij vreest dat het plan leidt tot schade aan zijn monumentale woning en tot een onevenredige aantasting van zijn leefomgeving.
Spoedeisend belang
4. De voorzieningenrechter stelt vast dat het plan in werking is getreden. Bij besluit van 6 september 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Waalwijk een omgevingsvergunning verleend voor het bouwen van 28 appartementen. Het bouwplan past geheel binnen het plan. Tegen het besluit van 6 september 2024 is door [verzoeker] bezwaar gemaakt. Om te voorkomen dat het college in bezwaar dient te toetsen aan het plan, heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter verzocht het besluit tot vaststelling van het plan te schorsen. Dit in verband met de zogenoemde Tegelen-jurisprudentie, die is neergelegd in onder meer de uitspraak van de Afdeling van 21 december 1999, ECLI:NL:RVS:1999:AA4296. De voorzieningenrechter neemt daarom een spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening aan. Beoordeling van het verzoek
5. [verzoeker] heeft verschillende gronden tegen het plan aangevoerd. In deze voorlopige voorzieningenprocedure gaat het alleen om de vraag of aanleiding bestaat om het plan te schorsen. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding om alle aangevoerde beroepsgronden te bespreken. De voorzieningenrechter zal de vraag of aanleiding bestaat tot het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening beantwoorden aan de hand van een belangenafweging.
6. Het verzoek wordt toegewezen. Gelet op de belangen die naar voren zijn gebracht, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om het plan bij wijze van voorlopige voorziening te schorsen hangende de beroepsprocedure. De voorzieningenrechter licht dat hieronder toe.
6.1. Het belang van [verzoeker] is erin gelegen dat wordt voorkomen dat in de bezwaarprocedure tegen de verleende omgevingsvergunning voor de bouw van de 28 appartementen aan het geldende recht, dat wil zeggen het plan, wordt getoetst. Hierdoor zullen er voor hem onomkeerbare gevolgen ontstaan. Daar staat tegenover het belang van de raad, Magna Capital Partners B.V., Magna Capital Real Estate 1 B.V. en [partij] bij het spoedig starten van de bouw en het voorkomen van financiële schade door vertraging. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter weegt het belang van [verzoeker] bij het voorkomen van onomkeerbare gevolgen in dit geval zwaarder.
7. De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Waalwijk van 21 september 2023, waarbij het bestemmingsplan "Waalwijk, Mr. Van Coothstraat 6" gewijzigd is vastgesteld;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Waalwijk tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat de raad van de gemeente Waalwijk aan [verzoeker] het door hem voor de behandeling van het verzoek betaalde griffierecht ten bedrage van € 184,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Graaff-Haasnoot, griffier.
w.g. De Moor-van Vugt
voorzieningenrechter
w.g. Graaff-Haasnoot
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 13 december 2024
531-1092