ECLI:NL:RVS:2024:5167
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen bindend negatief studieadvies van de Universiteit Utrecht
In deze zaak heeft de Raad van State op 9 december 2024 uitspraak gedaan in het beroep van [appellant] tegen het besluit van het college van beroep voor de examens van de Universiteit Utrecht (CBE) van 16 oktober 2024. Het CBE had het administratief beroep van [appellant] tegen de beslissing van 21 augustus 2024 ongegrond verklaard. In deze beslissing werd [appellant] een bindend negatief studieadvies (BNSA) gegeven, omdat hij in het studiejaar 2023-2024 onvoldoende studieresultaten had behaald. Dit was het gevolg van keuzes die hij had gemaakt, waaronder het niet prioriteren van de vakken uit de propedeuse en het werken in het familierestaurant, wat leidde tot een gebrek aan tijd voor zijn studie. De Raad van State oordeelde dat het CBE terecht een BNSA had gegeven, aangezien de slechte studieresultaten het gevolg waren van de eigen keuzes van [appellant]. De Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het CBE geen proceskosten hoefde te vergoeden.