202202408/3/R4.
Datum uitspraak: 11 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
Stedin Netbeheer B.V. (hierna: Stedin), gevestigd in Rotterdam,
appellante,
en
de raad van de gemeente Utrecht,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 21 augustus 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3403, (hierna: de tussenuitspraak) heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 12 weken na verzending van de tussenuitspraak de daarin omschreven gebreken in het besluit van 24 februari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan, Merwedekanaalzone deelgebied 5, Europalaan fase 1" te herstellen. Bij besluit van 26 september 2024 heeft de raad ter uitvoering van de tussenuitspraak het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan, Merwedekanaalzone deelgebied 5, Europalaan fase 1" gewijzigd vastgesteld.
Stedin en [partij] en anderen hebben, hiertoe in de gelegenheid gesteld, een zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld naar voren gebracht.
De Afdeling heeft bepaald dat een nadere zitting achterwege blijft. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1. De Afdeling is onder 6.2 van de tussenuitspraak tot het oordeel gekomen dat de raad het besluit van 24 februari 2022 niet met de vereiste zorgvuldigheid heeft voorbereid. De raad heeft zich, naar aanleiding van de betogen van Stedin over de maximaal toegestane bouwhoogte voor gebouwen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen de functie "Bedrijf - Nutsvoorziening", namelijk op een ander standpunt gesteld dan hij in dat besluit heeft gedaan door te kennen te geven dat aanleiding bestaat om de artikelen 4.3.1, derde lid, en 4.3.2 van de planregels hierover te wijzigen. De raad heeft ook erkend dat artikel 4.1, tweede lid, van de planregels een verschrijving bevat.
2. Gelet op wat in de tussenuitspraak is overwogen, is het beroep van Stedin tegen het besluit van 24 februari 2022 gegrond. Dat besluit moet vanwege strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) worden vernietigd, voor zover het gaat om:
i) artikel 4.1, tweede lid, van de planregels, voor zover deze bepaling de verschrijving "MWA" bevat;
ii) artikel 4.3.1, derde lid, van de planregels;
iii) artikel 4.3.2 van de planregels, voor zover daarin geen regeling is getroffen voor de bouwhoogte van bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3. In de tussenuitspraak heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 12 weken na verzending van deze uitspraak het besluit van 24 februari 2022 te herstellen, met inachtneming van de omschreven gebreken.
4. De raad heeft ter uitvoering van de opdracht in de tussenuitspraak bij besluit van 26 september 2024 het plan gewijzigd vastgesteld. De planregeling is gewijzigd voor wat betreft de artikelen 4.1, tweede lid, 4.3.1, derde lid, en 4.3.2 van de planregels.
5. Stedin heeft in haar zienswijze te kennen gegeven dat zij zich met het besluit van 26 september 2024 kan verenigen. Gelet hierop is geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb ontstaan waarop nog moet worden beslist. Ook [partij] en anderen hebben in hun zienswijze te kennen gegeven dat zij zich met het besluit van 26 september 2024 kunnen verenigen, zodat ook voor hen geen beroep van rechtswege als bedoeld in artikel 6:19, eerste lid, van de Awb is ontstaan waarop nog moet worden beslist.
6. Stedin heeft uitdrukkelijk te kennen gegeven af te zien van een proceskostenvergoeding. Daarom ziet de Afdeling geen aanleiding om daartoe over te gaan.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van Stedin Netbeheer B.V. tegen het besluit van de raad van de gemeente Utrecht van 24 februari 2022 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Chw bestemmingsplan, Merwedekanaalzone deelgebied 5, Europalaan fase 1" gegrond;
II. vernietigt dat besluit, voor zover het gaat om:
a. artikel 4.1, tweede lid, van de planregels, voor zover deze bepaling de verschrijving "MWA" bevat;
b. artikel 4.3.1, derde lid, van de planregels;
c. artikel 4.3.2 van de planregels, voor zover daarin geen regeling is getroffen voor de bouwhoogte van bestaande bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
III. gelast dat de raad van de gemeente Utrecht aan Stedin Netbeheer B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 365,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, voorzitter, en mr. G.O. van Veldhuizen en mr. M.M. Kaajan, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.I. Heijkoop, griffier.
w.g. Hoekstra
voorzitter
w.g. Heijkoop
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 11 december 2024
971