ECLI:NL:RVS:2024:51
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet in behandeling nemen aanvragen
Op 10 januari 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvragen van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 6 en 10 oktober 2023 besloten om deze aanvragen niet in behandeling te nemen. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. U.H. Hansma, hebben hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, had op 11 december 2023 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard. In het hoger beroep dat volgde, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen. De motivering van de rechtbank werd door de Afdeling overgenomen, en het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.