ECLI:NL:RVS:2024:4955

Raad van State

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
202406918/3/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning door staatsraad in bestuursrechtelijke zaak betreffende Universiteit Utrecht

In de zaak met nummer 202406918/1/A2, die op 9 december 2024 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. G.T.J.M. Jurgens op 2 december 2024 een verzoek tot verschoning ingediend. Dit verzoek is gedaan omdat de staatsraad, die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, bij de voorbereiding heeft geconstateerd dat het beroep betrekking heeft op een beslissing van de Universiteit Utrecht. Aangezien de staatsraad als honorair hoogleraar bestuursrecht aan deze universiteit is verbonden, heeft zij verzocht om verschoning om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld. Volgens artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een rechter zich op verzoek van een partij of op eigen initiatief verschonen indien er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. In dit geval heeft de staatsraad terecht aangegeven dat haar betrokkenheid bij de Universiteit Utrecht een reden is om zich te verschonen.

De Afdeling heeft, gezien de motivering van het verzoek, besloten het verzoek om verschoning toe te wijzen. De beslissing is op 3 december 2024 openbaar uitgesproken, waarbij mr. E.A. Minderhoud als voorzitter en mr. H.G. Sevenster en mr. A. ten Veen als leden aanwezig waren, samen met griffier mr. N.D.T. Pieters.

Uitspraak

202406918/3/A2.
Datum beslissing: 3 december 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht; hierna: de Awb) van:
mr. G.T.J.M. Jurgens
Procesverloop
Ten aanzien van zaak nr. 202406918/1/A2, die op 9 december 2024 op zitting zal worden behandeld, heeft staatsraad mr. G.T.J.M. Jurgens (hierna: de staatsraad), die als lid van de enkelvoudige kamer belast is met de behandeling van deze zaak, op 2 december 2024 het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelt, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       De staatsraad heeft te kennen gegeven dat zij bij de voorbereiding van de zaak heeft geconstateerd dat het beroep gaat over een beslissing van de Universiteit Utrecht. De staatsraad is als honorair hoogleraar bestuursrecht verbonden aan deze universiteit. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van het beroep te voorkomen, heeft zij verzocht om verschoning.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. A. ten Veen, leden, in tegenwoordigheid van mr. N.D.T. Pieters, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzitter
w.g. Pieters
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 3 december 2024