ECLI:NL:RVS:2024:4917
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 29 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. Bij besluit van 19 januari 2024 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid deze aanvraag ingewilligd. Echter, bij aanvullend besluit van 19 juni 2024 werd het verzoek van de vreemdeling om heroverweging van het eerdere besluit afgewezen. De rechtbank Den Haag heeft op 1 oktober 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht aan de minister om de gevraagde verblijfsvergunning toe te kennen met een ingangsdatum van 1 september 2015.
Tegen deze uitspraak heeft de minister van Asiel en Migratie hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De minister verzocht de voorzieningenrechter om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist en dat de procedure zich daar niet goed voor leent. Gezien de belangen van zowel de minister als de vreemdeling heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de minister van Asiel en Migratie geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist.