ECLI:NL:RVS:2024:4785

Raad van State

Datum uitspraak
6 november 2024
Publicatiedatum
21 november 2024
Zaaknummer
202400391/1/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen besluit gemeenteraad Soest over bestemmingsplan

In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad van Soest, dat op 23 november 2023 het bestemmingsplan voor een locatie in Soest heeft vastgesteld. De mondelinge uitspraak vond plaats op 6 november 2024. De appellant, wonend in Soest, heeft het beroep ingesteld mede namens buurtbewoners. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de gemeenteraad niet verplicht is om de proceskosten te vergoeden.

De Afdeling heeft overwogen dat de toevoeging van één woning niet zal leiden tot een aantasting van het woon- en leefklimaat, ondanks dat het gaat om een smal grindpad. De te verwachten verkeersgeneratie bedraagt niet meer dan acht verkeersbewegingen per dag. De Afdeling is van mening dat de mogelijkheid om een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen niet zal leiden tot een onaanvaardbare toename van de verkeersbelasting ter plaatse.

Daarnaast is er gekeken naar de lichthinder en bebouwingsmogelijkheden. De Afdeling concludeert dat de beperkte toename van lichthinder niet onevenredig is en dat de bebouwingsmogelijkheden zijn begrensd op 124m2. De vrees voor precedentwerking en geluidhinder is door de Afdeling als ongegrond beoordeeld, waarbij is opgemerkt dat de situatie in de woonomgeving als rustig kan worden gekarakteriseerd.

De uitspraak benadrukt het belang van een goede ruimtelijke ordening en de afweging van belangen van de betrokken partijen. De Raad van State heeft de argumenten van de appellant en de gemeenteraad zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat het besluit van de gemeenteraad standhoudt.

Uitspraak

202400391/1/R4.
Datum uitspraak: 6 november 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak (artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[appellant], wonend in Soest,
appellant,
en
de raad van de gemeente Soest,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 6 november 2024 om 10:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad: mr. H.C.P. Venema, voorzitter
griffier: A. Sandanam
Verschenen:
[appellant], bijgestaan door [persoon];
De raad, vertegenwoordigd door dhr. mr. J. du Pont en bijgestaan door mevr. C. Major;
[partij];
====================================
Het beroep richt zich tegen het besluit van de raad van 23 november 2023, waarbij de raad van de gemeente Soest het bestemmingsplan [locatie] te Soest, heeft vastgesteld.
De Afdeling
I.        verklaart het beroep van [appellant] en anderen ongegrond.
De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Daartoe wordt het volgende overwogen.
Omvang geding
Het beroep is ingesteld door [appellant] mede namens buurtbewoners. Binnen de beroepstermijn is door verwijzing naar en toevoeging van de zienswijze, voldoende duidelijk geworden namens welke buurtbewoners het beroep mede is ingesteld. Er is daarom geen aanleiding, zoals betoogd door de raad, de beoordeling van de gronden te beperken tot de belangen van [appellant].
Verkeer
Met de raad is de Afdeling van oordeel dat de toevoeging van één woning niet zal leiden tot een aantasting van het woon- en leefklimaat. Dat het hier gaat om een smal grindpad maakt dit niet anders. De te verwachten verkeersgeneratie bedraagt niet meer dan 8 verkeersbewegingen per dag. Waar het gaat om de mogelijkheid om een beroep of bedrijf aan huis uit te oefenen geldt het bepaalde in planregel 4.3, aanhef en onder b ten 6e: deze bedrijvigheid mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van verkeers- en parkeerdruk. Mede gelet op de door de raad ter zitting gegeven toelichting valt redelijkerwijs niet te verwachten dat gebruikmaking van de mogelijkheid tot uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis zal leiden tot een onaanvaardbare toename van de verkeersbelasting ter plaatse.
Lichthinder
Bij een beperkte verkeersgeneratie zal ook slechts sprake zijn van een beperkte toename van lichthinder van het verkeer. Deze toename is niet als onevenredig aan te merken. Ditzelfde geldt voor eventuele lichthinder in verband met het realiseren van één woning. Daarbij komt dat de raad ter zitting heeft toegelicht dat met de situering van het bouwvlak rekening is gehouden met het beperken van lichthinder.
Bebouwingsmogelijkheden
De raad heeft toegelicht dat de bebouwingsmogelijkheden zijn begrenst op 124m2, zie daarvoor planregel 4.2.1 in combinatie met een aanduiding op de plankaart. Met de raad is de Afdeling van oordeel dat de toename van de bebouwing in vergelijking met het voorgaande regime niet onevenredig groot is, mede gelet op de mate van bebouwing van de omliggende percelen.
Precendentwerking
Met de raad ziet de Afdeling geen aanleiding voor de vrees dat de vaststelling van het bestemmingsplan zal leiden tot precedentwerking in die zin dat in meer gevallen meegewerkt zal worden aan de splitsing van percelen met bouwmogelijkheden voor woningen. Eventuele initiatieven daartoe zullen op hun eigen merites worden beoordeeld, waarbij ter zitting door de raad is opgemerkt dat niet te verwachten valt dat dergelijke initiatieven zullen worden ondernomen gelet op de feitelijke situatie rond de Prins Bernhardlaan.
Geluid
Ter zitting is naar voren gekomen dat de vrees voor geluidhinder gelegen is in de toename van de geluidbelasting in verband met de bewoning en het eventuele gebruik daarvan ten behoeve van een beroep of bedrijf.
Met de raad is de Afdeling van oordeel dat er geen redenen bestaan om uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening naar die aspecten nader onderzoek te doen, nu deze vrees niet uitgaat boven hetgeen gebruikelijk is in de als rustig te typeren woonomgeving ter plaatse.
w.g. Venema
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Sandanam
griffier