ECLI:NL:RVS:2024:4751

Raad van State

Datum uitspraak
20 november 2024
Publicatiedatum
20 november 2024
Zaaknummer
202307817/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake zorgtoeslag en terugvordering teveel uitbetaalde voorschotten

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 1 december 2023, waarin het beroep van [appellant] tegen een besluit van de Dienst Toeslagen ongegrond werd verklaard. Het besluit van 5 augustus 2022, waartegen bezwaar werd gemaakt, hield in dat de zorgtoeslag van [appellant] over 2021 definitief werd vastgesteld op € 54,00 en dat er € 1.237,00 aan teveel uitbetaalde voorschotten werd teruggevorderd. De Sociale Verzekeringsbank had eerder in februari 2021 een nabetaling van pensioen aan [appellant] gedaan van € 15.640,95 netto over de periode van 1 december 2019 tot en met 31 januari 2021. Op basis van een melding vanuit de Basisregistratie Inkomen op 25 mei 2022, werd het toetsingsinkomen van [appellant] over 2021 vastgesteld op € 30.913,00, wat leidde tot de herziening van de zorgtoeslag.

Tijdens de zitting op 24 oktober 2024 heeft [appellant], bijgestaan door [gemachtigde A], zijn gronden van hoger beroep toegelicht. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geconstateerd dat de gronden in wezen een herhaling zijn van wat eerder in beroep is aangevoerd. De rechtbank had deze gronden gemotiveerd behandeld en [appellant] heeft geen nieuwe argumenten aangedragen die de eerdere beoordeling zouden ondermijnen. De Afdeling heeft de uitleg van de rechtbank over de mogelijkheid voor [appellant] om een persoonlijke betalingsregeling aan te vragen bevestigd, en de Dienst Toeslagen heeft dit advies op de zitting herhaald.

Uiteindelijk heeft de Afdeling het hoger beroep ongegrond verklaard en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Dienst Toeslagen hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. de Vink, griffier, en is openbaar uitgesproken op 20 november 2024.

Uitspraak

202307817/1/A2.
Datum uitspraak: 20 november 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend in [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 1 december 2023 in zaak nr. 23/3134 in het geding tussen:
[appellant]
en
de Belastingdienst/Toeslagen (nu en hierna: de Dienst Toeslagen).
Procesverloop
Bij besluit van 5 augustus 2022 heeft de Dienst Toeslagen de zorgtoeslag van [appellant] over 2021 definitief vastgesteld op € 54,00, en € 1.237,00 aan teveel uitbetaalde voorschotten teruggevorderd.
Bij besluit van 11 april 2023 heeft de Dienst Toeslagen het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 1 december 2023 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
De Dienst Toeslagen heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 24 oktober 2024, waar [appellant], bijgestaan door [gemachtigde A], en de Dienst Toeslagen, vertegenwoordigd door [gemachtigde B] en [gemachtigde C], zijn verschenen.
Overwegingen
1.       De Sociale Verzekeringsbank heeft in februari 2021 op grond van de Algemene Ouderdomswet (hierna: AOW) een nabetaling van pensioen aan [appellant] gedaan van € 15.640,95 netto over de periode van 1 december 2019 tot en met 31 januari 2021. Op 25 mei 2022 heeft de Dienst Toeslagen een melding ontvangen vanuit de Basisregistratie Inkomen (hierna: BRI) waaruit blijkt dat het toetsingsinkomen van [appellant] over 2021 € 30.913,00 bedraagt. Vervolgens heeft de Dienst Toeslagen bij het besluit van 5 augustus 2022 de zorgtoeslag over 2021 opnieuw definitief berekend en herzien.
2.       De gronden die [appellant] in hoger beroep heeft aangevoerd zijn zo goed als een herhaling van wat hij in beroep heeft aangevoerd. De rechtbank is gemotiveerd op die gronden ingegaan. [appellant] heeft geen redenen aangevoerd waarom de gemotiveerde beoordeling van die gronden in de aangevallen uitspraak onjuist of onvolledig zou zijn. De Afdeling kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank en in de onder rechtsoverweging 8 tot en met 13 opgenomen overwegingen, waarop dat oordeel is gebaseerd. De Afdeling voegt daar nog aan toe dat [appellant] op de zitting duidelijk heeft gemaakt dat hij financieel in een moeilijke positie zit. De Afdeling overweegt dat de rechtbank in rechtsoverweging 12 heeft uitgelegd dat [appellant] om een persoonlijke betalingsregeling kan vragen en hoe dat werkt. De Dienst Toeslagen heeft deze uitleg op de zitting bij de Afdeling bevestigd en geadviseerd om een dergelijke aanvraag in te dienen.
3.       Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
4.       De Dienst Toeslagen hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.A. de Vink, griffier.
w.g. Borman
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Vink
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 20 november 2024
154-1129