ECLI:NL:RVS:2024:4699

Raad van State

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
19 november 2024
Zaaknummer
202301835/4/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Sint Annastraat te Oudenbosch

Op 19 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van het bestemmingsplan "Sint Annastraat" te Oudenbosch. Dit bestemmingsplan, vastgesteld door de raad van de gemeente Halderberge op 16 februari 2023, voorziet in de herontwikkeling van het complex Sint Anna en omgeving. Het plan omvat de realisatie van 35 appartementen en 16 grondgebonden woningen, waarbij de kapel van Sint Anna behouden blijft. De verzoeker, wonend tegenover het plangebied, vreest voor parkeerhinder en geluidoverlast en heeft de voorzieningenrechter verzocht om het plan te schorsen totdat de Afdeling op het beroep heeft beslist.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 5 november 2024, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door mr. R.J. Grasmeijer. De raad was vertegenwoordigd door mr. E.P. Euverman en mr. R. Timmermans. Tijdens de zitting zijn ook vertegenwoordigers van Aannemersbedrijf en MEMO Projectontwikkeling B.V. gehoord. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het oordeel voorlopig is en niet bindend in de bodemprocedure.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het bestemmingsplan niet in stand zal blijven. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de parkeerbehoefte van het plan kan worden opgevangen in de omgeving en dat er geen onaanvaardbare geluidoverlast voor de woning van de verzoeker zal optreden. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 19 november 2024.

Uitspraak

202301835/4/R2.
Datum uitspraak: 19 november 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend in Oudenbosch, gemeente Halderberge,
verzoeker,
en
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 16 februari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "Sint Annastraat" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft onder meer [verzoeker] beroep ingesteld.
Bij besluit van 8 februari 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Sint Annastraat" (hierna: het plan) opnieuw, gewijzigd vastgesteld. Het beroep heeft op grond van artikel 6:19 van de Awb van rechtswege mede betrekking op dat besluit.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op zitting behandeld op 5 november 2024, waar [verzoeker], bijgestaan door mr. R.J. Grasmeijer, en de raad, vertegenwoordigd door mr. E.P. Euverman, advocaat in Breda, en mr. R. Timmermans, zijn verschenen. Verder zijn op zitting Aannemersbedrijf [bedrijf], vertegenwoordigd door mr. T.E.P.A. Lam, advocaat te Nijmegen, en [gemachtigde A], en MEMO Projectontwikkeling B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde B], initiatiefnemers, als partij gehoord.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 22 september 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Voorlopig karakter oordeel
2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Inleiding
3.       Het plan voorziet in de herontwikkeling van het complex Sint Anna en omgeving te Oudenbosch. De kapel van Sint Anna blijft behouden. De overige panden worden ofwel behouden en getransformeerd, ofwel gesloopt, waarna nieuwbouw plaatsvindt. Het programma bestaat uit de realisatie van 35 appartementen en 16 grondgebonden woningen, en de verplaatsing van het parochiecentrum. Het plangebied is gelegen tussen de Markt, Pastoor Hellemonsstraat, Doelpad en Sint Annastraat in het centrum van Oudenbosch.
3.1.    [verzoeker] woont aan de [locatie], tegenover het plangebied. [verzoeker] vreest met name voor parkeerhinder en geluidoverlast. Daarom heeft hij de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat het plan wordt geschorst totdat de Afdeling op het beroep heeft beslist.
Conclusie
4.       Het verzoek wordt afgewezen. In wat verzoeker heeft aangevoerd is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat het bestemmingsplan niet in stand zal blijven. De voorzieningenrechter licht dat hieronder toe.
Spoedeisend belang
5.       Op 22 juli 2024 is een omgevingsvergunning verleend voor de herontwikkeling van het complex op basis van het bestemmingsplan. In verband hiermee acht de voorzieningenrechter het spoedeisend belang gegeven.
Parkeren
6.       [verzoeker] betoogt dat de parkeerbehoefte van het plan niet in de omgeving van het plangebied kan worden opgevangen. In dat verband voert hij aan dat het parkeerdrukonderzoek niet op representatieve momenten is uitgevoerd en in de omgeving van het plangebied onvoldoende parkeergelegenheid is. Het plan is daarom niet uitvoerbaar, aldus [verzoeker].
6.1.    Aan het plan ligt het rapport ‘Analyse parkeren Sint Anna Oudenbosch’ van SOAB WURX van 3 juli 2023 ten grondslag (hierna: het rapport). Dit rapport bouwt voort op de rapporten ‘Notitie ontwikkeling Sint Anna Oudenbosch’ en ‘Definitieve rapportage parkeerduuronderzoek Sint Anna Oudenbosch’ van SOAB WURX van 21 november 2022, die ook aan het plan ten grondslag liggen. Daarin zijn onder meer de resultaten van de in november 2021 en juni 2022 uitgevoerde parkeerdrukonderzoeken neergelegd.
Uit het rapport volgt dat het plan een parkeerbehoefte genereert van 101 parkeerplaatsen, uitgaande van de door [verzoeker] niet betwiste parkeernormen uit de gemeentelijke Kadernota Parkeren 2017-2021. Volgens het rapport is - uitgaande van een acceptabele loopafstand voor "Woning (eerste auto)" van 100 m en voor "Woning (tweede auto)" van 200 m, en bezettingsgraad van maximaal 90% - voldoende parkeercapaciteit beschikbaar om in deze parkeervraag te kunnen voorzien.
6.2.    De voorzieningenrechter ziet in het betoog geen aanleiding voor het oordeel dat het parkeerdrukonderzoek onvoldoende representatief is. Voor dit onderzoek hebben parkeertellingen plaatsgevonden op donderdag 4 november 2021, vrijdag 5 november 2021 en zaterdag 6 november 2021. Zoals ook in het rapport ‘Notitie ontwikkeling Sint Anna Oudenbosch’ uiteen is gezet, golden op die momenten slechts op zeer beperkte schaal corona-maatregelen. Bovendien heeft een nadere parkeertelling plaatsgevonden op zaterdagavond 18 juni 2022, toen er geen corona-maatregen golden.
De stelling dat de parkeerdruk inmiddels veel hoger is als gevolg van nieuwe ontwikkelingen in de nabije omgeving van het plangebied, zoals de opening van een grand café, geeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Op zitting is gebleken dat de opening van het grand café een omstandigheid betreft van ná de vaststelling van het plan. De raad heeft met de eventuele gevolgen daarvan voor de parkeerdruk bij de vaststelling van het plan dus geen rekening kunnen houden. [verzoeker] heeft verder niet inzichtelijk gemaakt met welke ontwikkelingen nog meer rekening had moeten worden gehouden.
6.3.    De voorzieningenrechter ziet in het betoog voorts geen aanleiding voor het oordeel dat op voorhand moet worden geoordeeld dat niet in voldoende parkeerplaatsen in de omgeving van het plangebied kan worden voorzien.
Uit het rapport volgt dat binnen 100 m van het plangebied 242 beschikbare parkeerplaatsen aanwezig zullen zijn om de parkeervraag van het plan op te vangen. Daarvan komen volgens het rapport mede als gevolg van de planontwikkeling 100 parkeerplaatsen te vervallen, waarvoor evenzoveel nieuwe parkeerplaatsen terugkomen, te weten 39 parkeerplaatsen op het bestaande parkeerterrein op het Sint Annaplein, 3 parkeerplaatsen achter de Basiliek, 45 parkeerplaatsen op het nieuw te realiseren parkeerterrein aan de Lollestraat en 13 toegewezen parkeerplaatsen in de parkeergarage aan de Lollestraat. Daarmee blijven binnen 100 m van het plangebied 242 beschikbare parkeerplaatsen aanwezig.
De raad heeft er terecht op gewezen dat de nieuwe parkeerplaatsen zijn voorzien op gronden waarop parkeervoorzieningen zijn toegestaan. Gebleken is dat het nieuwe parkeerterrein aan de Lollestraat inmiddels ook is gerealiseerd. Voor zover [verzoeker] heeft gesteld dat de 13 toegewezen parkeerplaatsen in de parkeergarage aan de Lollestraat reeds zijn vergeven, wordt hij daarin niet gevolgd, nu [bedrijf] op de zitting onweersproken heeft toegelicht dat in die parkeergarage, waarvan zij eigenaar is, sprake is van een overcapaciteit van minimaal 13 parkeerplaatsen.
6.4.    De voorzieningenrechter komt tot het voorlopig oordeel dat de raad voldoende inzichtelijk heeft gemaakt dat de parkeerbehoefte van het plan in de omgeving van het plangebied kan worden opgevangen. Niet op voorhand kan worden gezegd dat het plan daarom niet uitvoerbaar is.
Het betoog slaagt niet.
Geluid
7.       [verzoeker] voert aan dat het aan het plan ten grondslag gelegde akoestisch onderzoek ondeugdelijk is. Ook voert hij aan dat de raad ten onrechte niet heeft onderzocht of sprake is van onevenredige geluidoverlast voor zijn woning.
7.1.    Uit paragraaf 4.3 van de plantoelichting volgt dat de bestaande wegen rondom het plangebied, waaronder de Markt, een maximumsnelheid van 30 km/uur hebben. Aan het plan ligt het rapport ‘Akoestisch onderzoek wegverkeers- en spoorweglawaai Sint Annastraat te Oudenbosch’ van bureau Tritium van 24 augustus 2021 ten grondslag. In dit onderzoek wordt uitgegaan van een maximumsnelheid van 30 km/uur en het wegdektype elementenverharding in keperverband. Wat [verzoeker] heeft aangevoerd geeft de voorzieningenrechter geen reden om aan deze uitgangspunten te twijfelen. De voorzieningenrechter ziet dan ook geen grond voor het oordeel dat de raad zich niet heeft mogen baseren op de uitkomsten van het akoestisch onderzoek.
7.2.    De raad heeft het aanvullend rapport ‘Akoestisch onderzoek reflecties Markt en Doelpad te Oudenbosch’ van bureau Tritium van 30 oktober 2024 overgelegd. Daarin is ook de cumulatieve geluidbelasting als gevolg van het wegverkeer op de Markt, Sint Bernaertsstraat, Sint Annastraat, Pastoor Hellemonsstraat en het Doelpad op de gevel van de woning van [verzoeker] berekend, in de situatie voor en na realisatie van de planontwikkeling. Uit het aanvullend rapport volgt dat de geluidbelasting iets afneemt ten opzichte van de bestaande cumulatieve geluidbelasting van 65 dB.
De raad heeft toegelicht dat de gecumuleerde geluidbelasting op de woning van [verzoeker] in de huidige situatie reeds hoog is, deze vergelijkbaar zal blijven met andere locaties langs verbindingswegen in de kern Oudenbosch en dat het niet ongebruikelijk is dat binnen stedelijk gebied op een erftoegangsweg relatief veel verkeersbewegingen plaatsvinden die tot geluidhinder kunnen leiden.
7.3.    De voorzieningenrechter is gelet op het voorgaande van oordeel dat de raad zich op het standpunt heeft mogen stellen dat geen onaanvaardbare geluidoverlast voor de woning van [verzoeker] zal optreden.
Het betoog slaagt niet.
Proceskosten
8.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. F. Nales, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter
w.g. Nales
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 november 2024
680-1075