ECLI:NL:RVS:2024:4636
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen overplaatsing vreemdeling naar Handhavings- en Toezichtlocatie
Op 14 november 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De zaak betreft de overplaatsing van de vreemdeling door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen, welke plaatsvond op 14 juli 2023. De rechtbank had op 7 mei 2024 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. L.J. Meijering, in hoger beroep ging.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden. Bovendien werd opgemerkt dat de rechtsvraag over de overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie eerder door de Afdeling is beantwoord in een uitspraak van 11 september 2024. De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het COa geen proceskosten hoeft te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. L.S. van den Oosterkamp, griffier. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 14 november 2024.