ECLI:NL:RVS:2024:4474
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen terugvordering huurtoeslag 2018 na vaststelling inkomen
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van [appellante] tegen de terugvordering van de huurtoeslag over het jaar 2018 door de Dienst Toeslagen. De Dienst Toeslagen heeft de huurtoeslag van [appellante] op nihil gesteld, omdat zij volgens de basisregistratie inkomen (BRI) voordeel had genoten uit sparen en beleggen. Dit voordeel was deels afkomstig van de voormalige echtelijke woning van [appellante], waarvan zij op 1 januari 2018 nog mede-eigenaar was. [appellante] betoogt echter dat zij feitelijk niet over dit vermogen beschikte, omdat zij al was uitgekocht door haar ex-partner. De akte van verdeling is pas in oktober 2018 gepasseerd, waardoor de juridische eigendom tot dat moment nog deels bij haar lag.
De rechtbank Gelderland heeft in haar uitspraak van 13 oktober 2023 geoordeeld dat de Dienst Toeslagen terecht is uitgegaan van de gegevens uit de BRI, omdat deze gegevens zijn gebaseerd op de door [appellante] ingevulde en ondertekende aangifte inkomstenbelasting over 2018. De rechtbank heeft [appellante] erop gewezen dat zij zich tot de inspecteur van de Belastingdienst moet wenden als zij het niet eens is met het vastgestelde vermogen. In hoger beroep herhaalt [appellante] haar betoog dat de gegevens niet stroken met de materiële werkelijkheid en dat zij leeft van een bijstandsuitkering. De Afdeling begrijpt dit betoog als een argument tegen de terugvordering van de huurtoeslag, omdat dit tot onevenredige gevolgen zou leiden.
De Afdeling bevestigt echter de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de Dienst Toeslagen terecht is uitgegaan van de BRI-gegevens. De huurtoeslag over 2018 is terecht op nihil gesteld, wat betekent dat de Dienst Toeslagen in beginsel moet terugvorderen. De Afdeling ziet geen bijzondere omstandigheden die zouden rechtvaardigen dat de terugvordering niet zou plaatsvinden. Bovendien heeft [appellante] de terugvordering inmiddels volledig voldaan. De Dienst Toeslagen hoeft geen proceskosten te vergoeden.