ECLI:NL:RVS:2024:4439

Raad van State

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
4 november 2024
Zaaknummer
202406475/1/V2 en 202406475/2/V2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 4 november 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.A.J. van der Leeuw, hoger beroep had ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 16 oktober 2024 het beroep van de vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaard. De vreemdeling had op 17 mei 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke was afgewezen. In het hoger beroep werd niet ingegaan op de inhoud van de uitspraak van de rechtbank, omdat de vreemdeling niet had toegelicht waarom deze uitspraak volgens hem onjuist was. Hierdoor kon de Afdeling geen inhoudelijk oordeel vellen over het hoger beroep. De voorzieningenrechter verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202406475/1/V2 en 202406475/2/V2.
Datum uitspraak: 4 november 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) en, met toepassing van artikel 92 van de Vw 2000, op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, van 16 oktober 2024 in zaak nr. NL23.15261 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 17 mei 2023 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, afgewezen.
Bij uitspraak van 16 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. R.A.J. van der Leeuw, advocaat in Roermond, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep richt zich niet tegen de uitspraak van de rechtbank. De vreemdeling legt namelijk niet uit waarom de uitspraak van de rechtbank volgens hem niet juist is. Daarom kan de Afdeling geen inhoudelijk oordeel geven over het hoger beroep (artikel 85 van de Vw 2000).
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. Het verzoek om voorlopige voorziening wordt daarom afgewezen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
II.       wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Huizer, griffier.
w.g. Sevenster
voorzieningenrechter
w.g. Huizer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 november 2024
987