ECLI:NL:RVS:2024:4416
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- E.A. Minderhoud
- M. Scheele
- M. van der Heiden
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen wijziging van het Herstelbestemmingsplan buitengebied Deurne 2021
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van de raad van de gemeente Deurne van 5 juli 2022, waarbij het 'Herstelbestemmingsplan buitengebied Deurne 2021' is gewijzigd vastgesteld. De appellanten, beiden wonend in Liessel, hebben een initiatief ingediend voor de realisatie van een nieuw gebouw op hun perceel, maar de raad heeft dit initiatief niet overgenomen in het bestemmingsplan. De appellanten stellen dat de raad niet heeft beoordeeld of hun initiatief kan worden overgenomen, terwijl zij dit tijdig en concreet hebben ingediend. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 28 oktober 2024 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Afdeling oordeelt dat de raad bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening moet houden met particuliere initiatieven voor ruimtelijke ontwikkeling, mits deze initiatieven voldoende concreet zijn en tijdig zijn ingediend. In juli 2020 zijn de appellanten in gesprek gegaan met de gemeente over hun voornemen om een veldschuur op hun perceel te slopen en een nieuw gebouw te realiseren. De raad heeft het ontwerp van het bestemmingsplan op 18 juni 2021 ter inzage gelegd, maar de appellanten hebben in hun zienswijze een verzoek tot wijziging van het bestemmingsvlak ingediend.
De Afdeling concludeert dat het initiatief van de appellanten in beginsel concreet en tijdig is, maar dat de raad op het moment van vaststelling van het plan niet in staat was om de ruimtelijke aanvaardbaarheid van het initiatief te beoordelen. Dit kwam doordat een deel van de gronden die de appellanten wensen te wijzigen, eigendom is van een ander, die niet betrokken is bij het initiatief. De raad kan niet verweten worden dat hij niet eerder heeft aangegeven dat nadere informatie vereist was, aangezien de appellanten niet hebben aangegeven dat de eigendomsverhouding relevant was. De Afdeling verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de raad geen proceskosten hoeft te vergoeden.