202404185/2/R4.
Datum uitspraak: 31 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in verband met een ambtshalve ingesteld onderzoek naar het bestaan van aanleiding voor opheffing of wijziging (artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht) van de bij uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 augustus 2024 in zaak nr. 202404185/3/R4 getroffen voorziening in het geding tussen:
[verzoeker], wonend in Aalten,
en
het college van burgemeester en wethouders van Aalten,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 14 mei 2024 heeft het college het wijzigingsplan "Landelijk gebied, recreatieterrein ’t Walfort" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
Ook heeft [verzoeker] de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
Bij uitspraak van 29 augustus 2024 in zaak nr. 202404185/3/R4 heeft de voorzieningenrechter als ordemaatregel het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan geschorst.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
Dime B.V. heeft een schriftelijke uiteenzetting ingediend.
De voorzieningenrechter heeft de zaak op een zitting behandeld op 24 oktober 2024, waar [verzoeker], vertegenwoordigd door mr. C.J.H. Delissen, advocaat in Nijmegen, en het college, vertegenwoordigd door G.H. Scheffer, zijn verschenen. Ook is op de zitting Dime B.V., vertegenwoordigd door mr. H.C. Lagrouw, advocaat in Leiden, en de [gemachtigde], als partij gehoord.
Overwegingen
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Voor de beoordeling van het beroep tegen het besluit van 14 mei 2024 blijft het recht zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing.
2. Het oordeel van de voorzieningenrechter is een voorlopig oordeel en niet bindend in de bodemprocedure.
3. De relevante wettelijke bepalingen en planregels zijn opgenomen in de bij deze uitspraak behorende bijlage.
Inleiding
4. Aan de Walfortlaan 4 in Aalten bevindt zich camping 't Walfort. Dime B.V. is eigenaar van de camping en wil die herontwikkelen tot een recreatiepark met recreatiewoningen. Om dit mogelijk te maken, heeft het college het wijzigingsplan vastgesteld.
[verzoeker] woont in de buurt van het recreatiepark. Hij heeft geen bezwaar tegen de komst van recreatiewoningen, maar vreest voor overlast door het gebruik van (horeca)voorzieningen door anderen dan de recreanten die nachtverblijf op het recreatiepark hebben. Daarom heeft [verzoeker] beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
5. Toen het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening werd gedaan, was er een aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning ingediend. Het verzoek was buiten de beroepstermijn ingediend en had daarom geen schorsende werking. Daarnaast was onvoldoende duidelijk of met een beslissing op de ingediende aanvraag om verlening van een omgevingsvergunning een onomkeerbare situatie zou ontstaan en was er geen gelegenheid om partijen op korte termijn op een zitting te horen. Daarom heeft de voorzieningenrechter bij uitspraak van 29 augustus 2024 in zaak nr. 202404185/3/R4 als ordemaatregel het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan geschorst.
De schorsing wordt opgeheven
6. De voorzieningenrechter ziet aanleiding om de schorsing van het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan op te heffen. De voorzieningenrechter licht dat hieronder toe.
7. [verzoeker] betoogt dat de planregels over het gebruik van de (horeca)voorzieningen onduidelijk zijn. Hij vreest dat het wijzigingsplan het mogelijk maakt om (horeca)voorzieningen te realiseren die mogen worden gebruikt door anderen dan de recreanten die nachtverblijf op het recreatiepark hebben.
7.1. Artikel 16.6.1 van de regels van het bestemmingsplan "Landelijk gebied 2015" geeft het college de bevoegdheid om dat bestemmingsplan te wijzigen voor het toestaan van recreatiewoningen ter vervanging van ter plaatse toegestane stacaravans. Het college heeft dat in het wijzigingsplan gedaan. Het college heeft daarnaast verschillende andere regels in het wijzigingsplan opgenomen, waaronder regels over algemene voorzieningen. Daargelaten of de wijzigingsbevoegdheid het toestaat om andere regels te geven dan regels over het toestaan van recreatiewoningen, stelt de voorzieningenrechter vast dat de regels over algemene voorzieningen in artikel 3.1, aanhef en onder b, van het wijzigingsplan overeenkomen met de regels in artikel 16.1, aanhef en onder b, van het bestemmingsplan. Die algemene voorzieningen waren dus al toegestaan op grond van het bestemmingsplan. Het voort laten duren van de schorsing van het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan levert [verzoeker] in zoverre niets op. Daarnaast heeft het college in artikel 3.5.1, onder c, van de regels van het wijzigingsplan een aanvullende planregel opgenomen die het gebruik van horeca en ondersteunende voorzieningen uitsluitend toestaat ten behoeve van gasten die recreatief nachtverblijf hebben geboekt in een recreatiewoning op het terrein. In die planregel staat ook dat het niet is toegestaan overige activiteiten te organiseren die een verdere publieksaantrekkende werking hebben. Die planregel is in het voordeel van [verzoeker]. Gelet hierop en op het feit dat [verzoeker] geen bezwaar heeft tegen de recreatiewoningen zelf, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de schorsing van het besluit tot vaststelling van het wijzigingsplan op te heffen.
8. Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
heft de bij wijze van voorlopige voorziening uitgesproken schorsing van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Aalten van 14 mei 2024 tot vaststelling van het wijzigingsplan "Landelijk gebied, recreatieterrein 't Walfort", op.
Aldus vastgesteld door mr. H.J.M. Besselink, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.A.A. van Roessel, griffier.
w.g. Besselink
voorzieningenrechter
w.g. Van Roessel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 31 oktober 2024
457
BIJLAGE
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 8:87
1 De voorzieningenrechter kan, ook ambtshalve, een voorlopige voorziening opheffen of wijzigen […]
Bestemmingsplan "Landelijk gebied 2015"
Artikel 16 Recreatie - Verblijfsrecreatie
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsrecreatie ter plaatse van de aanduidingen:
[…]
5. 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 5': recreatief verblijf in stacaravans en kampeermiddelen;
[…]
b. algemene voorzieningen ten behoeve van het recreatief (nacht)verblijf, daaronder begrepen, een bed and breakfast- en groepsaccommodatie, nutsvoorzieningen, sanitaire voorzieningen, voorzieningen voor sport en spel, voorzieningen ten behoeve van het beheer van het verblijfsrecreatieterrein en ondergeschikte horecavoorzieningen (categorie 1) en ondergeschikte detailhandel alsmede bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
c. kampeermiddelen ten behoeve van toeristisch/recreatief verblijf;
d. het wonen in bedrijfswoningen ten behoeve van de bedrijfsvoering;
e. ondergeschikte detailhandel met een oppervlakte van maximaal 100 m2 per aanduiding zoals bedoeld in sub a;
f. behoud, herstel en ontwikkeling van de landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel';
g. groenvoorzieningen ten behoeve van de inrichting en de inpassing in het landschap;
met bijbehorende bouwwerken, voorzieningen parkeergelegenheden en ontsluitingswegen.
16.2 Bouwregels
16.2.1
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
[…]
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie 5':
1. maximaal 170 stacaravans met:
- per stacaravan een oppervlakte van maximaal 55 m2;
- een bouwhoogte van maximaal 3,5 m;
2. bergingen bij de stacaravans met:
- per stacaravan een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 8 m2;
- een bouwhoogte van maximaal 2,5 m;
3. gebouwen ten behoeve van centrale voorzieningen met:
- een gezamenlijke oppervlakte van maximaal 1.140 m2;
- een bouwhoogte van maximaal 7 m;
- een goothoogte van maximaal 3 m;
[…]
16.6 Wijzigingsbevoegdheid
16.6.1 Vervanging stacaravans door recreatiewoningen
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor wat betreft het toestaan van recreatiewoningen ter vervanging van ter plaatse toegestane stacaravans, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
a. de vervanging van de stacaravans is beschreven in een integraal plan dat tot doel heeft de kwaliteitsverbetering van de totale verblijfsrecreatieve voorziening, inclusief landschappelijke inpassing;
b. de kavelgrootte per recreatiewoning bedraagt tenminste 225 m2;
c. het aantal recreatiewoningen wordt vastgelegd in het wijzigingsplan en bedraagt nooit meer dan het aantal stacaravans dat vervangen wordt;
d. recreatiewoningen hebben maximaal:
1. een inhoud van 300 m3;
2. een oppervlak van 75 m2;
3. een bouwhoogte van 4,5 m;
4. een goothoogte van 3 m;
e. bergingen bij de recreatiewoningen hebben maximaal:
1. een gezamenlijke inhoud per recreatiewoning van 50 m3;
2. een oppervlak van 20 m2;
3. een bouwhoogte van 3,5 m;
4. een goothoogte van 2,5 m.
Wijzigingsplan "Landelijk gebied, recreatieterrein ’t Walfort"
Artikel 3 Recreatie - Verblijfsrecreatie
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. verblijfsrecreatie in de vorm van recreatief verblijf in ten hoogste 116 recreatiewoningen;
b. algemene voorzieningen ten behoeve van het recreatief (nacht)verblijf, daaronder begrepen, nutsvoorzieningen, sanitaire voorzieningen, voorzieningen voor sport en spel, voorzieningen ten behoeve van het beheer van het verblijfsrecreatieterrein en ondergeschikte horecavoorzieningen (categorie 1) en ondergeschikte detailhandel alsmede bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
c. het wonen in de bedrijfswoning ten behoeve van de bedrijfsvoering;
d. groenvoorzieningen ten behoeve van de inrichting en de inpassing in het landschap.
e. groenvoorzieningen ten behoeve van de landschappelijke inpassing/versterking van het landschap ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - verblijfsrecreatie - voorwaardelijke verplichting'
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals (on)verharde paden en wegen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, erfverhardingen, parkeervoorzieningen en ontsluitingswegen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Toegestane bebouwing
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
a. maximaal 116 recreatiewoningen met:
1. een oppervlakte van maximaal 75 m2 per recreatiewoning;
2. een goothoogte van maximaal 3 m;
3. een bouwhoogte van maximaal 4,5 m;
4. een inhoud van maximaal 300 m3.
b. bergingen bij de recreatiewoningen met:
1. een gezamenlijke inhoud per recreatiewoning van maximaal 50 m3;
2. een oppervlak van maximaal 20 m2;
3. een bouwhoogte van maximaal 3,5 m;
4. een goothoogte van maximaal 2,5 m.
c. gebouwen ten behoeve van de algemene voorzieningen met:
1. een oppervlak van maximaal 1.140 m2;
2. een bouwhoogte van maximaal 7 m;
3. een goothoogte van maximaal 3 m;
[…]
3.5 Specifieke gebruiksregels
3.5.1 Strijdig gebruik
[…]
c. De horeca en ondersteunende voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van de gasten, die dan recreatief nachtverblijf hebben geboekt in een recreatiewoning op het terrein. Het is niet toegestaan overige activiteiten te organiseren die een verdere publieksaantrekkende werking hebben;
[…]