ECLI:NL:RVS:2024:4314

Raad van State

Datum uitspraak
28 oktober 2024
Publicatiedatum
25 oktober 2024
Zaaknummer
202404229/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake wijzigingsplan Oude Bosweg in Beek

Op 14 mei 2024 heeft het college van burgemeester en wethouders van Berg en Dal het wijzigingsplan "Oude Bosweg" vastgesteld, waarmee de realisatie van een vrijstaande woning op een perceel aan de Oude Bosweg in Beek mogelijk wordt gemaakt. Dit wijzigingsplan wijzigt de bestemming van "Natuur" naar "Wonen-2" en is vastgesteld op basis van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 14.5 van de planregels van het bestemmingsplan "Stuwwal en beschermd dorpsgezicht Ubbergen". De Stichting tot Behoud van Monument en Landschap in de gemeente Berg en Dal en anderen hebben bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat zij van mening zijn dat het wijzigingsplan in strijd is met de Omgevingsverordening Gelderland. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het wijzigingsplan wordt geschorst.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 15 oktober 2024 behandeld. De Stichting en anderen waren vertegenwoordigd door hun gemachtigde en advocaat, terwijl het college werd vertegenwoordigd door een ambtenaar en een advocaat. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat op 1 januari 2024 de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking zijn getreden, maar dat het recht zoals dat gold vóór deze datum van toepassing blijft, omdat het ontwerp van het wijzigingsplan vóór deze datum ter inzage is gelegd.

Na beoordeling van de argumenten van de Stichting en anderen, concludeert de voorzieningenrechter dat het wijzigingsplan waarschijnlijk in stand zal blijven. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen grond is om het wijzigingsplan te schorsen. De beslissing houdt in dat het college geen proceskosten hoeft te vergoeden en het verzoek om schorsing van het wijzigingsplan wordt afgewezen.

Uitspraak

202404229/2/R4.
Datum uitspraak: 28 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
Stichting tot Behoud van Monument en Landschap in de gemeente Berg en Dal en anderen (hierna: de Stichting en anderen), gevestigd in Beek, gemeente Berg en Dal,
verzoekers,
en
het college van burgemeester en wethouders van Berg en Dal,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 14 mei 2024 heeft het college het wijzigingsplan "Oude Bosweg" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben de Stichting en anderen beroep ingesteld.
De Stichting en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[partij] heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Het college heeft een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op de zitting behandeld op 15 oktober 2024, waar de Stichting en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde], bijgestaan door mr. J.L.G. Niederer, advocaat in Eindhoven, en het college, vertegenwoordigd door drs. T.D. Onderstal, zijn verschenen. Verder is op de zitting [partij], bijgestaan door mr. D.H. Nas, advocaat in Nijmegen, als partij gehoord.
Overwegingen
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een wijzigingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het wijzigingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 21 december 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat in dit geval het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening (hierna: Wro) en de Omgevingsverordening Gelderland, zoals dat gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
2.       Het oordeel van de voorzieningenrechter is een voorlopig oordeel en niet bindend in de bodemprocedure.
Inleiding
3.       Het wijzigingsplan maakt het realiseren van een vrijstaande woning mogelijk op een perceel aan de Oude Bosweg in Beek. Het wijzigingsplan wijzigt de bestemming "Natuur" naar de bestemming "Wonen-2". Het college heeft hiervoor gebruikgemaakt van de wijzigingsbevoegdheid in artikel 14.5 van de planregels van het bestemmingsplan "Stuwwal en beschermd dorpsgezicht Ubbergen". Het wijzigingsplan is vastgesteld op initiatief van [partij]. De Stichting en anderen kunnen zich niet verenigen met het wijzigingsplan, onder andere omdat zij menen dat het wijzigingsplan in strijd is met de Omgevingsverordening Gelderland. Zij hebben de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat het wijzigingsplan wordt geschorst.
Beoordeling van het verzoek
4.       De voorzieningenrechter zal het verzoek afwijzen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is namelijk aannemelijk dat het wijzigingsplan in stand zal blijven. De voorzieningenrechter licht dat hieronder toe.
4.1.    De Stichting en anderen betogen dat het wijzigingsplan in strijd is met de Omgevingsverordening Gelderland, omdat het plan niet is getoetst aan de voorwaarden die gelden voor nieuwe ontwikkelingen binnen het Gelders natuurnetwerk.
4.2.    Artikel 1.3, van de Omgevingsverordening Gelderland, zoals die gold onmiddellijk voor 1 januari 2024, luidt:
"1. In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt, tenzij anders is bepaald, onder bestemmingsplan mede verstaan:
a. wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening uitsluitend voor de toepassing van de artikelen 2.2, 2.9, 2.10, 2.13 en 2.14;
b. […]"
Artikel 2.39, van de Omgevingsverordening Gelderland luidt:
"1. Voor zover een bestemmingsplan van toepassing is op het Gelders natuurnetwerk wordt een nieuwe activiteit of ontwikkeling alleen toegelaten als die geen nadelige gevolgen kan hebben voor de kernkwaliteiten, oppervlakte of samenhang als bedoeld in bijlage Kernkwaliteiten Gelders natuurnetwerk en Groene ontwikkelingszone.
2. Er is geen sprake van nadelige gevolgen voor de oppervlakte als die in overeenstemming met paragraaf 2.6.2 worden gecompenseerd:
a. buiten het Gelders natuurnetwerk; of
b. in het Gelders natuurnetwerk op gronden die op de ambitiekaart bij het Natuurbeheerplan zijn aangeduid met code N00.01."
4.3.    Uit artikel 1.3, eerste lid, onder a, van de Omgevingsverordening Gelderland volgt dat onder een bestemmingsplan mede moet worden verstaan een wijzigingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wro uitsluitend voor de toepassing van de artikelen 2.2, 2.9, 2.10, 2.13 en 2.14. Dat betekent dat onder bestemmingsplan als bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingsverordening Gelderland niet mede wordt verstaan een wijzigingsplan. Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter hoefde het college bij de vaststelling van dit wijzigingsplan daarom geen beoordeling te maken als bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingsverordening Gelderland.
In zoverre ziet de voorzieningenrechter geen grond om het wijzigingsplan te schorsen.
5.       Ook in het overige door de Stichting en anderen aangevoerde ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het treffen van de gevraagde voorlopige voorziening.
Conclusie
6.       Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.D. Kamphorst-Timmer, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter
w.g. Kamphorst-Timmer
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 oktober 2024
776-1077