ECLI:NL:RVS:2024:4100
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- A.J.C. de Moor-van Vugt
- D.I. Schipper
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep en verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak
Op 9 oktober 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, hoger beroep hebben ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 10 september 2024 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, nadat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 8 augustus 2024 hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling had genomen. De vreemdelingen vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter bevestigde de motivering van de rechtbank en oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen en de minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.