ECLI:NL:RVS:2024:4070

Raad van State

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
202202076/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging exploitatievergunningen voor passagiersvervoer in Amsterdam

Op 4 juni 2020 heeft het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Sinta B.V. en anderen gewijzigd van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd. Sinta B.V. heeft verschillende vaartuigen, waaronder Sinta 2 en Bali, en heeft deze overgedragen aan Electric Boats B.V. en Sinta Nautica. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam op 22 februari 2022, waarin het beroep van Sinta en anderen ongegrond werd verklaard, hebben zij hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld op 5 juni 2024, waarbij Sinta en anderen vertegenwoordigd waren door mr. P.A. Willemsen en het college door mr. B.S. Jaasma, mr. M.R. Botman en mr. A.D. Röell.

De Afdeling heeft geoordeeld dat de wijzigingsbesluiten van 4 juni 2020 onterecht waren, omdat de exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd weer van kracht moeten worden. De Afdeling heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van het college van 29 december 2020, waarin de bezwaren van Sinta en anderen ongegrond werden verklaard, vernietigd. De besluiten van 22 april 2024, die de einddatum van de vergunningen verlengden, zijn ook vernietigd. Het college is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Sinta en anderen, die zijn opgelopen door de rechtsbijstand in deze procedure.

Uitspraak

202202076/1/A3.
Datum uitspraak: 9 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Sinta B.V., gevestigd te Assen, Atropa Belladonna B.V., gevestigd te Assen, [appellant A], wonend te Amsterdam, handelend onder de naam [bedrijf], Electric Tours B.V., gevestigd te Amsterdam, BIG BOATS B.V., gevestigd te Amsterdam, Café de Sluyswacht B.V., gevestigd te Amsterdam, en Electric Boats B.V., gevestigd te Amsterdam (hierna gezamenlijk: Sinta en anderen),
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/849 in het geding tussen:
Sinta en anderen
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Procesverloop
Bij besluiten van 4 juni 2020 heeft het college exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Sinta en anderen gewijzigd in exploitatievergunningen voor bepaalde tijd (hierna ook: de wijzigingsbesluiten).
Bij besluit van 29 december 2020 heeft het college de door Sinta en anderen daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard. Verder heeft het college de bezwaren van Sinta en anderen tegen de wijzigingsbesluiten van anderen niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 22 februari 2022 heeft de rechtbank het door Sinta en anderen daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard en het beroep van Electric Boats niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben Sinta en anderen hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Sinta en anderen en het college hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluit van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van de exploitatievergunningen die niet op 1 maart 2024 afliepen, met twee jaar verlengd.
Sinta en anderen hebben gronden ingediend tegen dat besluit.
De Afdeling heeft de zaak, met 50 andere zaken zoals vermeld in bijlage 1, op een zitting behandeld op 5 juni 2024, waar Sinta en anderen, vertegenwoordigd door mr. P.A. Willemsen, advocaat te Gorinchem, en het college, vertegenwoordigd door mr. B.S. Jaasma, mr. M.R. Botman en mr. A.D. Röell, advocaten te Den Haag, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Sinta en anderen hadden meerdere exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd voor meerdere vaartuigen. De exploitatievergunningen van Sinta en anderen, waarover deze procedure gaat, vallen onder, zoals zij zelf verklaren, het going concern BoatAmsterdam.com/Electric Tours. Met de besluiten van 4 juni 2020 heeft het college deze exploitatievergunningen gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. Sinta B.V. heeft de naam van het vaartuig Sinta gewijzigd in Sinta 2. Dit vaartuig heeft Sinta B.V. overgedragen aan Electric Boats B.V. Daarnaast heeft Sinta B.V. het vaartuig Bali overgenomen van [appellant A]. Sinta B.V. heeft de naam van het vaartuig gewijzigd in Sinta. Vervolgens heeft Sinta B.V. het vaartuig overgedragen aan Sinta Nautica. [appellant A] heeft verder het vaartuig The Club overgedragen aan Electric Boats B.V. Tot slot heeft Café de Sluyswacht het vaartuig Blop overgedragen aan Electric Boats B.V. De in deze procedure aan de orde zijnde exploitatievergunningen voor de volgende vaartuigen lopen of liepen af op de hierna genoemde data:
-         Sinta, nu: Sinta 2 - 1 maart 2024;
-         The Lounge - 1 maart 2026;
-         Bali, nu: Sinta - 1 maart 2026;
-         The Club - 1 maart 2028;
-         King - 1 maart 2028;
-         Queen - 1 maart 2026;
-         Anne Frank - 1 maart 2024;
-         Blop - 1 maart 2024.
2.       Bij besluiten van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunningen voor de vaartuigen The Lounge, Sinta, The Club, King en Queen verlengd met twee jaar. Volgens het college is het niet mogelijk om binnen de resterende tijd een zorgvuldige uitgifteronde voor de tranche 2026 te organiseren. Het college heeft daarom besloten de geplande uitgifterondes voor nieuwe vergunningen per 1 maart 2026, 2028 en 2030 uit te stellen met twee jaar.
2.1.              Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (bijvoorbeeld in de uitspraak van 16 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:495), kan voor het op grond van rechtsopvolging onder bijzondere titel overnemen van door de rechtsvoorganger opgebouwde aanspraken op rechtsbescherming aanleiding zijn in die gevallen, waarin zonder deze overname de rechtsbescherming als gevolg van de rechtsopvolging geheel verloren gaat. Deze situatie doet zich voor als het belang bij betrokkenheid in de procedure in zijn geheel over is gegaan.
Electric Boats heeft in de hoger beroep aangetoond dat zij de exploitatievergunningen voor de vaartuigen The Club en Blop nu in het bezit heeft. Deze exploitatievergunningen behoorden voorheen toe aan [appellant A] en Café de Sluyswacht. Bij brief van 3 september 2024 hebben zij de Afdeling meegedeeld dat zij de exploitatievergunningen hebben overgedragen aan Electric Boats en dat zij daarom geen belang meer hebben bij betrokkenheid bij het hoger beroep, voor zover die betrekking heeft op de vaartuigen The Club en Blop. Electric Boats is door de overdracht van de exploitatievergunningen belanghebbende geworden bij de besluiten die gaan over de vaartuigen The Club en Blop. Electric Boats komt daarmee in de plaats van [appellant A] en Café de Sluyswacht. Electric Boats is dan ook ontvankelijk in het hoger beroep. Het hoger beroep van [appellant A] en Café de Sluyswacht moet gelet op het voorgaande niet-ontvankelijk worden verklaard.
3.       Sinta en anderen behoren tot de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor de passagiersvaart van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de Afdeling zijn hierover 51 zaken aanhangig. Deze zaken bevatten veel nagenoeg gelijkluidende gronden van algemene aard. De Afdeling heeft er daarom, net als de rechtbank, voor gekozen om deze zaken gelijktijdig op een zitting te behandelen en de algemene gronden in één uitspraak te beoordelen. Bij uitspraak van 25 september 2024 in zaak nr. 202202112/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:3732) is de Afdeling tot het oordeel gekomen dat een deel van de algemene gronden slaagt, wat ertoe leidt dat in alle 51 zaken de wijzigingsbesluiten moeten worden herroepen. Voor de motivering van dit oordeel verwijst de Afdeling naar die uitspraak.
4.       Het hoger beroep is voor het overige gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd, voor zover de rechtbank daarbij het beroep ongegrond heeft verklaard. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 29 december 2020 gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. De Afdeling zal zelf in de zaak voorzien door de besluiten van 4 juni 2020 te herroepen en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
5.       De besluiten van 22 april 2024 worden, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. Nu met de herroeping van de besluiten van 4 juni 2020 aan deze besluiten de grondslag is komen te ontvallen, zal de Afdeling deze besluiten eveneens vernietigen.
6.       Dit betekent dat de eerder voor onbepaalde tijd verleende exploitatievergunningen weer gelden.
7.       Het college moet de proceskosten van Sinta, Atropa Belladonna, Electric Tours, BIG BOATS en Electric Boats vergoeden. Deze bestaan uit kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemachtigde heeft in deze zaak en de zaken nrs. 202202053/1/A3, 202202077/1/A3 en 202202078/1/A3, in bezwaar, beroep en hoger beroep nagenoeg gelijkluidende stukken ingediend. Ook zijn de zaken gelijktijdig ter zitting behandeld. Dit zijn daarom samenhangende zaken in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Deze zaken worden voor de bepaling van de hoogte van de te vergoeden kosten voor rechtsbijstand als één zaak beschouwd, waarbij wegingsfactor 1,5 wordt toegepast omdat het er meer dan vier zijn (onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht). De vergoeding moet in zoverre worden verdeeld over deze vier procedures.
Gelet op de omvang en complexiteit van de zaken bestaat verder aanleiding met betrekking tot deze kosten een additionele wegingsfactor van 1,5 toe te passen (onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht).
De vergoeding waarop Sinta, Atropa Belladonna, Electric Tours, BIG BOATS en Electric Boats recht hebben, staat hierna in de beslissing.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep van [appellant A], handelend onder de naam [bedrijf], en Café de Sluyswacht B.V. niet-ontvankelijk;
II.       verklaart het hoger beroep voor het overige gegrond;
III.      vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/849, voor zover daarbij het beroep ongegrond is verklaard;
IV.      verklaart het beroep gegrond;
V.       vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 29 december 2020, kenmerken: DJ.20.011599.001, DJ.20.011598.001, DJ.20.011589.001, DJ.20.011593.001, DJ.20.011594.001 en DJ.20.011591.001;
VI.      herroept de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 4 juni 2020, kenmerken: WN2019-006469, WN2019-006134, WN2019-007316, WN2019-006567, WN2019-006579, WN2019-006297, WN2019-006248 en WN2019-006245;
VII.     bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VIII.    vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 22 april 2024, kenmerken: NT2024-001232, NT2024-001150, NT2024-001265, NT2024-001263 en NT2024-001252;
IX.      veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Sinta B.V., Atropa Belladonna B.V., Electric Tours B.V., BIG BOATS B.V. en Electric Boats B.V. in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 4.675,78 geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
X.       veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Sinta B.V., Atropa Belladonna B.V., Electric Tours B.V., BIG BOATS B.V. en Electric Boats B.V. in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 702,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
XI.      gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Sinta B.V., Atropa Belladonna B.V., Electric Tours B.V., BIG BOATS B.V. en Electric Boats B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 908,00 vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. W. den Ouden, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Renkema, griffier.
w.g. Den Ouden
voorzitter
w.g. Renkema
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2024
1071-1072
BIJLAGE 1 - Overzicht zaaknummers
202201614/1/A3     202202033/1/A3     202202115/1/A3
202201765/1/A3     202202034/1/A3     202202139/1/A3
202201766/1/A3    202202035/1/A3    202202151/1/A3
202201777/1/A3    202202037/1/A3    202202152/1/A3
202201778/1/A3    202202039/1/A3    202202153/1/A3
202201779/1/A3    202202042/1/A3    202202160/1/A3
202201780/1/A3    202202045/1/A3    202202163/1/A3
202201781/1/A3    202202046/1/A3    202202180/1/A3
202201783/1/A3    202202049/1/A3    202202181/1/A3
202201785/1/A3    202202050/1/A3    202202182/1/A3
202201786/1/A3    202202053/1/A3    202202200/1/A3
202201788/1/A3     202202075/1/A3    202202201/1/A3
202201801/1/A3    202202076/1/A3    202202233/1/A3
202201829/1/A3    202202077/1/A3
202201834/1/A3    202202078/1/A3
202201937/1/A3    202202079/1/A3
202201941/1/A3    202202091/1/A3
202202019/1/A3    202202112/1/A3
202202031/1/A3    202202114/1/A3