ECLI:NL:RVS:2024:4059

Raad van State

Datum uitspraak
9 oktober 2024
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Zaaknummer
202202201/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging exploitatievergunningen voor passagiersvervoer door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Smidtje Beheer B.V., Rederij 't Smidtje B.V. en Smidtje Holding B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op 4 juni 2020 vijftien exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Smidtje Beheer gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. Smidtje Beheer had oorspronkelijk vijftien vergunningen voor onbepaalde tijd. De wijziging van de vergunningen leidde tot bezwaar en beroep van Smidtje Beheer, dat uiteindelijk in hoger beroep ging na een ongegrondverklaring door de rechtbank. Tijdens de zitting op 5 juni 2024, waar Smidtje Beheer en het college vertegenwoordigd waren, zijn de gronden van het hoger beroep besproken. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat het hoger beroep gegrond is. De eerdere uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het besluit van het college van 10 februari 2021 is ook vernietigd. De Afdeling heeft de besluiten van 4 juni 2020 en 25 september 2020 herroepen, waardoor de eerder verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd weer van kracht zijn. Daarnaast is het college veroordeeld tot vergoeding van proceskosten aan Smidtje Beheer, die zijn ontstaan door de behandeling van het beroep en het hoger beroep. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 9 oktober 2024.

Uitspraak

202202201/1/A3.
Datum uitspraak: 9 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Smidtje Beheer B.V., Rederij 't Smidtje B.V. en Smidtje Holding B.V. (hierna gezamenlijk en in enkelvoud: Smidtje Beheer), Flagship Holding Amsterdam B.V. en Tulpa Tours B.V., alle gevestigd te Amsterdam
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/1648 in het geding tussen:
Smidtje Beheer
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Procesverloop
Bij vijftien besluiten van 4 juni 2020 heeft het college exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Smidtje Beheer gewijzigd in exploitatievergunningen voor bepaalde tijd (hierna ook: de wijzigingsbesluiten).
Bij afzonderlijk besluit van 4 juni 2020 heeft het college op verzoek van Smidtje Beheer de einddata van het aflopen van de exploitatievergunningen van zes vaartuigen opnieuw vastgesteld.
Bij besluit van 25 september 2020 heeft het college op verzoek van Smidtje Beheer de einddata van het aflopen van de exploitatievergunningen van zeven vaartuigen opnieuw vastgesteld.
Bij besluit van 10 februari 2021 heeft het college het door Smidtje Beheer tegen de besluiten van 4 juni 2020 gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Verder heeft het college de bezwaren van Smidtje Beheer tegen de wijzigingsbesluiten van anderen niet-ontvankelijk verklaard.
Bij uitspraak van 22 februari 2022 heeft de rechtbank het door Smidtje Beheer daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Smidtje Beheer hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Smidtje Beheer en het college hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluiten van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van verschillende exploitatievergunningen met twee jaar verlengd.
Smidtje Beheer heeft gronden tegen dat besluit aangevoerd.
De Afdeling heeft de zaak, met 50 andere zaken zoals vermeld in bijlage 1, op een zitting behandeld op 5 juni 2024, waar Smidtje Beheer, vertegenwoordigd door mr. P. Nicolaï, rechtsbijstandverlener te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. B.S. Jaasma, mr. M.R. Botman en mr. A.D. Röell, advocaten te Den Haag, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Smidtje Beheer had vijftien exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd voor passagiersvaartuigen. Bij de besluiten van 4 juni 2020 heeft het college deze exploitatievergunningen gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. Bij de besluiten van 4 juli 2020 en 25 september 2020 heeft het college de einddatum voor een aantal vaartuigen opnieuw vastgesteld. Verder heeft Smidtje Beheer bij brief van 9 september 2024 medegedeeld dat het vaartuig Bennie Jolink aan Tulpa Tours is verkocht. De vaartuigen Harry Slinger en Herman Brood zijn aan Flagship Holding verkocht. De exploitatievergunningen voor de volgende vaartuigen van Smidtje Beheer verliepen of verlopen op de hierna genoemde data:
Bennie Jolink - 1 maart 2026;
City Tender Couperus - 1 maart 2030;
City Tender Vondel - 1 maart 2026;
De Liefde - 1 maart 2026;
Frans van Mieris - 1 maart 2030;
Harry Slinger - 1 maart 2028;
Herman Brood - einddatum 1 maart 2026;
Jan Luijken - 1 maart 2030;
Mona Lisa - 1 maart 2028;
Rinske - 1 maart 2026;
Smidtje Canal Cruiser 105, thans: Roosevelt - 1 maart 2030;
Smidtje Canal Cruiser 106 - 1 maart 2030;
’t Smidtje - 1 maart 2030;
Terra Nova - 1 maart 2026;
Wilhelmus - 1 maart 2028.
2.       Bij besluiten van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunningen voor deze vaartuigen verlengd met twee jaar. Volgens het college is het niet mogelijk om binnen de resterende tijd een zorgvuldige uitgifteronde voor de tranche 2026 te organiseren. Het college heeft daarom besloten de geplande uitgifterondes voor nieuwe vergunningen per 1 maart 2026, 2028 en 2030 uit te stellen met twee jaar.
3.       Smidtje Beheer is een van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor de passagiersvaart van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de Afdeling zijn hierover 51 zaken aanhangig. Deze zaken bevatten veel nagenoeg gelijkluidende gronden van algemene aard. De Afdeling heeft er daarom, net als de rechtbank, voor gekozen om deze zaken gelijktijdig op een zitting te behandelen en de algemene gronden in één uitspraak te beoordelen. Bij uitspraak van 25 september 2024 in zaak nr. 202202112/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:3732) is de Afdeling tot het oordeel gekomen dat een deel van de algemene gronden slaagt, wat ertoe leidt dat in alle 51 zaken de wijzigingsbesluiten moeten worden herroepen. Voor de motivering van dit oordeel verwijst de Afdeling naar die uitspraak.
4.       Het hoger beroep van Smidtje Beheer is gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 10 februari 2021 gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. De Afdeling zal zelf in de zaak voorzien door het besluit van 4 juni 2020 te herroepen en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
5.       De besluiten van 22 april 2024 worden, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. Nu met de herroeping van de besluiten van 4 juni 2020 en 25 september 2020 aan deze besluiten de grondslag is komen te ontvallen, zal de Afdeling deze besluiten eveneens vernietigen.
6.       Dit betekent dat de eerder voor onbepaalde tijd verleende exploitatievergunningen weer gelden.
7.       Niet is gebleken dat Flagship Holding en Tulpa Tours kosten hebben gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Het college moet wel de proceskosten van Smidtje Beheer vergoeden. Deze bestaan uit kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en het laten opstellen van drie deskundigenrapporten. Er is weliswaar verzocht om vergoeding van de kosten van vier deskundigenrapporten, maar er zijn slechts drie rapporten overgelegd. Alleen de overgelegde rapporten komen voor vergoeding in aanmerking. De gemachtigde heeft in deze zaak en de zaken nrs. 202202033/1/A3, 202202034/1/A3, 202202035/1/A3, 202202037/1/A3, 202202039/1/A3, 202202042/1/A3, 202202045/1/A3, 202202046/1/A3, 202202091/1/A3, 202202181/1/A3, 202202182/1/A3 en 202202200/1/A3 in bezwaar, beroep, hoger beroep en tegen de besluiten van 22 april 2024 nagenoeg gelijkluidende stukken ingediend. Ook zijn de zaken gelijktijdig ter zitting behandeld. Dit zijn daarom samenhangende zaken in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Deze zaken worden voor de bepaling van de hoogte van de te vergoeden kosten voor rechtsbijstand als één zaak beschouwd, waarbij wegingsfactor 1,5 wordt toegepast omdat het er vier zijn (onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht). De vergoeding moet in zoverre worden verdeeld over deze dertien procedures.
Gelet op de omvang en complexiteit van de zaken bestaat verder aanleiding met betrekking tot deze kosten een additionele wegingsfactor van 1,5 toe te passen (onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht).
De vergoeding waarop Smidtje Beheer recht heeft, staat hierna in de beslissing.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/1648;
III.       verklaart het beroep gegrond;
IV.      vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 10 februari 2021, kenmerk: DJ.20.011873.001;
V.       herroept de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 4 juni 2020 en 25 september 2020, kenmerken: WN-2019-006564, WN2019-006566, WN2019-006568, WN2019-006570, WN2019-006572, WN2019-006574, WN2019-006577, WN2019-006580, WN2019 006581, WN2019-006583, WN2019-007927, WN2019-007930, WN2019-006589, WN2019-006590, WN2019-006591;
VI.      bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VII.     vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 22 april 2024, kenmerken: NT2024-001041, NT2024-001116, NT2024-001121, NT2024-001239, NT2024-001284, NT2024-001262, NT2024-001261, NT2024-001235, NT2024-001178, NT2024-001140, NT2024-001102, NT2024-001077, NT2024-001066 en NT2024-001065;
VIII.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Smidtje Beheer B.V., Rederij 't Smidtje B.V. en Smidtje Holding B.V. in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 4.008,34, waarvan € 1.301,02 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand en € 2.707,32 aan het laten opstellen van deskundigenrapporten, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
IX.      veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Smidtje Beheer B.V., Rederij ’t Smidtje B.V. en Smidtje Holding B.V. in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 255,27, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen;
X.       gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Smidtje Holding B.V., Smidtje Beheer B.V. en Rederij 't Smidtje B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 908,00 vergoedt, met dien verstande dat betaling aan een van hen bevrijdend werkt ten opzichte van de anderen.
Aldus vastgesteld door mr. W. den Ouden, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Renkema, griffier.
w.g. Den Ouden
voorzitter
w.g. Renkema
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 oktober 2024
1071-1072
BIJLAGE 1 - Overzicht zaaknummers
202201614/1/A3    202202033/1/A3    202202115/1/A3
202201765/1/A3    202202034/1/A3    202202139/1/A3
202201766/1/A3    202202035/1/A3    202202151/1/A3
202201777/1/A3    202202037/1/A3    202202152/1/A3
202201778/1/A3    202202039/1/A3    202202153/1/A3
202201779/1/A3    202202042/1/A3    202202160/1/A3
202201780/1/A3    202202045/1/A3    202202163/1/A3
202201781/1/A3    202202046/1/A3    202202180/1/A3
202201783/1/A3    202202049/1/A3    202202181/1/A3
202201785/1/A3    202202050/1/A3    202202182/1/A3
202201786/1/A3    202202053/1/A3    202202200/1/A3
202201788/1/A3    202202075/1/A3    202202201/1/A3
202201801/1/A3    202202076/1/A3    202202233/1/A3
202201829/1/A3    202202077/1/A3
202201834/1/A3    202202078/1/A3
202201937/1/A3    202202079/1/A3
202201941/1/A3    202202091/1/A3
202202019/1/A3    202202112/1/A3
202202031/1/A3    202202114/1/A3