ECLI:NL:RVS:2024:3974

Raad van State

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
202202075/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging exploitatievergunningen voor passagiersvervoer in Amsterdam

Op 2 oktober 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het hoger beroep van Sloepdelen B.V. en Adam's Boats B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022. De zaak betreft de wijziging van exploitatievergunningen voor passagiersvervoer in Amsterdam, die oorspronkelijk voor onbepaalde tijd waren verleend. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op 4 juni 2020 besloten om deze vergunningen ambtshalve te wijzigen naar vergunningen voor bepaalde tijd. Dit leidde tot onvrede bij de betrokken partijen, die bezwaar maakten tegen deze besluiten. De rechtbank verklaarde het beroep van Sloepdelen en Adam's Boats ongegrond, waarna zij hoger beroep instelden.

De Afdeling heeft de zaak behandeld op een zitting op 5 juni 2024, waar de advocaten van Sloepdelen en Adam's Boats, alsook de vertegenwoordigers van het college aanwezig waren. De Afdeling oordeelde dat een deel van de algemene gronden van de appellanten slaagde, wat leidde tot de herroeping van de wijzigingsbesluiten. De Afdeling vernietigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het besluit van 10 februari 2021 alsnog gegrond. Dit betekent dat de eerder verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd weer van kracht zijn. Daarnaast werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Sloepdelen en Adam's Boats, die in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep zijn gemaakt.

De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor de exploitatie van passagiersvervoer in Amsterdam, aangezien het college nu de eerder verleende vergunningen moet herstellen. De Afdeling heeft het college ook aangespoord om bij het vaststellen van nieuw beleid de bijzondere positie van onbemande verhuur mee te wegen.

Uitspraak

202202075/1/A3.
Datum uitspraak: 2 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Sloepdelen B.V. en Adam's Boats B.V., beide gevestigd in Amsterdam,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/1770 in het geding tussen:
Sloepdelen en Adam's Boats
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Procesverloop
Bij twee besluiten van 4 juni 2020 heeft het college de eerder voor onbepaalde tijd aan Sloepdelen verleende exploitatievergunningen voor passagiersvervoer voor 30 vaartuigen ambtshalve gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd.
Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college de eerder voor onbepaalde tijd aan Adam's Boats verleende exploitatievergunningen voor passagiersvervoer voor 10 vaartuigen ambtshalve gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd.
Bij besluit van 10 februari 2021 heeft het college het door Sloepdelen en Adam's Boats tegen deze drie wijzigingsbesluiten gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 februari 2022 heeft de rechtbank het door Sloepdelen en Adam's Boats daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak hebben Sloepdelen en Adam's Boats hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Bij twee besluiten van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van de exploitatievergunningen voor 20 vaartuigen van Sloepdelen met twee jaar verlengd.
Bij besluit van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van de exploitatievergunningen voor 10 vaartuigen van Adam’s Boats met twee jaar verlengd.
Sloepdelen en Adam's Boats hebben gronden ingediend tegen de drie besluiten van 22 april 2024.
Het college heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak, met 50 andere zaken zoals vermeld in bijlage 1,  op een zitting behandeld op 5 juni 2024, waar Sloepdelen en Adam's Boats, vertegenwoordigd door mr. L.P.W. Mensink en mr. P.E.L. Obbes, advocaten in Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. B.S. Jaasma, mr. M.R. Botman en mr. A.D. Röell, allen advocaten in Den Haag, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Bij de wijzigingsbesluiten gericht aan Sloepdelen heeft het college bepaald dat de exploitatievergunning voor 10 fluisterboten afloopt op 1 maart 2024, voor 10 fluisterboten op 1 maart 2026 en voor 10 fluisterboten op 1 maart 2028.
Bij het wijzigingsbesluit gericht aan Adam’s Boats heeft het college bepaald dat de exploitatievergunning voor 10 tuindersvletten afloopt op 1 maart 2026.
2.       Bij de besluiten van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunningen die zouden aflopen op 1 maart 2026 en 1 maart 2028 verlengd met twee jaar.
3.       Sloepdelen en Adam’s Boats zijn twee van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor passagiersvervoer van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de Afdeling waren hierover 51 zaken aanhangig. Deze zaken bevatten veel nagenoeg gelijkluidende gronden van algemene aard. De Afdeling heeft er daarom, net als de rechtbank, voor gekozen om deze zaken gelijktijdig op een zitting te behandelen en de algemene gronden in één uitspraak te beoordelen. Bij uitspraak van 25 september 2024 in zaak nr. 202202112/1/A3 (ECLI:NL:RVS:2024:3732) is de Afdeling tot het oordeel gekomen dat een deel van de algemene gronden slaagt, wat ertoe leidt dat in alle 51 zaken de wijzigingsbesluiten moeten worden herroepen. Voor de motivering van dit oordeel verwijst de Afdeling naar die uitspraak.
4.       Dit betekent dat de Afdeling niet meer toekomt aan de beoordeling van de individuele gronden van de reders, voor zover zij die hebben aangevoerd. Dat geldt ook voor het betoog van Sloepdelen en Adam’s Boats dat onbemande verhuur moet worden onderscheiden van bemande rondvaart en dat onbemande verhuur geen rol van betekenis speelt bij het belang van de vlotte en veilige doorvaart. De Afdeling geeft het college mee om, indien het een nieuw beleid en daaraan gekoppelde rangschikking wenst vast te stellen, de bijzondere positie die de onbemande verhuur stelt te hebben uitdrukkelijk mee te wegen.
5.       Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 10 februari 2021 alsnog gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. De Afdeling zal zelf in de zaak voorzien door de besluiten van 4 juni 2020 te herroepen en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
6.       De besluiten van 22 april 2024 worden, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. Nu met de herroeping van de besluiten van 4 juni 2020 aan deze besluiten de grondslag is komen te ontvallen, zal de Afdeling deze besluiten eveneens vernietigen.
7.       Dit betekent dat de eerder aan Sloepdelen en Adam’s Boats voor onbepaalde tijd verleende exploitatievergunningen weer gelden.
8.       Het college moet de proceskosten van Sloepdelen en Adam’s Boats vergoeden. Deze bestaan uit de kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Gelet op de omvang en complexiteit van de zaak bestaat aanleiding met betrekking tot deze kosten een wegingsfactor van 1,5 toe te passen (onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht).
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/1770;
III.       verklaart het beroep gegrond;
IV.      vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 10 februari 2021, kenmerken DJ.20.011498.001 en DJ.20.011499.001;
V.       herroept de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 4 juni 2020, kenmerken WN2019-006731, WN2019-006732 en WN2019-006702;
VI.      bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VII.     vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 22 april 2024, kenmerken NT2024-001247, NT2024-001001 en NT2024-001004;
VIII.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Sloepdelen B.V. en Adam's Boats B.V. in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 7.875,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het college aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
IX.      gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Sloepdelen B.V. en Adam's Boats B.V. het door hen voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 908,00 vergoedt, met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen het college aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan.
Aldus vastgesteld door mr. W. den Ouden, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.G. de Vries-Biharie, griffier.
w.g. Den Ouden
voorzitter
w.g. De Vries-Biharie
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2024
611
BIJLAGE 1 - Overzicht zaaknummers
202201614/1/A3    202202033/1/A3    202202115/1/A3
202201765/1/A3    202202034/1/A3    202202139/1/A3
202201766/1/A3    202202035/1/A3    202202151/1/A3
202201777/1/A3    202202037/1/A3    202202152/1/A3
202201778/1/A3    202202039/1/A3    202202153/1/A3
202201779/1/A3    202202042/1/A3    202202160/1/A3
202201780/1/A3    202202045/1/A3    202202163/1/A3
202201781/1/A3    202202046/1/A3    202202180/1/A3
202201783/1/A3    202202049/1/A3    202202181/1/A3
202201785/1/A3    202202050/1/A3    202202182/1/A3
202201786/1/A3    202202053/1/A3    202202200/1/A3
202201788/1/A3    202202075/1/A3    202202201/1/A3
202201801/1/A3    202202076/1/A3    202202233/1/A3
202201829/1/A3    202202077/1/A3
202201834/1/A3    202202078/1/A3
202201937/1/A3    202202079/1/A3
202201941/1/A3    202202091/1/A3
202202019/1/A3    202202112/1/A3
202202031/1/A3    202202114/1/A3