ECLI:NL:RVS:2024:3973

Raad van State

Datum uitspraak
2 oktober 2024
Publicatiedatum
2 oktober 2024
Zaaknummer
202202019/1/A3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Boot2Go door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van Boot2Go B.V. en Flagship Holding Amsterdam B.V. tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft op 4 juni 2020 tien exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Boot2Go gewijzigd van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd. Deze vergunningen betroffen de vaartuigen Booking.com, Champagne Shower, Gangster, Gast, Jochie, Koning, Ouwe, Papi, Shiner en The Dude, met einddata die varieerden van 1 maart 2024 tot 1 maart 2030. Boot2Go heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging, maar het college verklaarde de bezwaren deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van Boot2Go ongegrond verklaard, waarna Boot2Go hoger beroep heeft ingesteld.

Tijdens de zitting op 5 juni 2024, waar Boot2Go en het college vertegenwoordigd waren door hun advocaten, is de zaak behandeld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat de wijzigingsbesluiten van het college onterecht waren. De Afdeling heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en het beroep van Boot2Go gegrond verklaard. De besluiten van 4 juni 2020 zijn herroepen, waardoor de eerder verleende exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd weer van kracht zijn. Tevens zijn de besluiten van 22 april 2024, die de einddata van de vergunningen verlengden, vernietigd. Het college is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van Boot2Go, die zijn ontstaan door de behandeling van het beroep en het hoger beroep.

Uitspraak

202202019/1/A3.
Datum uitspraak: 2 oktober 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
Boot2Go B.V. en Flagship Holding Amsterdam B.V., allebei gevestigd te Amsterdam,
appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/1307 in het geding tussen:
Boot2Go
en
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam.
Procesverloop
Bij tien besluiten van 4 juni 2020 heeft het college exploitatievergunningen voor passagiersvervoer van Boot2Go gewijzigd in exploitatievergunningen voor bepaalde tijd (hierna ook: de wijzigingsbesluiten).
Bij afzonderlijk besluit van 4 juni 2020 heeft het college op verzoek van Boot2Go de einddata van het aflopen van de exploitatievergunningen van de verschillende vaartuigen opnieuw vastgesteld.
Bij besluit van 19 januari 2021 heeft het college de door Boot2Go daartegen gemaakte bezwaren deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 22 februari 2022 heeft de rechtbank het door Boot2Go daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft Boot2Go hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
Boot2Go en het college hebben nadere stukken ingediend.
Bij besluiten van 22 april 2024 heeft het college de einddatum van de exploitatievergunningen die zouden verlopen op 1 maart 2026, 1 maart 2028 of 1 maart 2030 verlengd tot 1 maart 2028, 1 maart 2030 of 1 maart 2032.
Boot2Go heeft gronden ingediend tegen die besluiten.
De Afdeling heeft de zaak, met 50 andere zaken zoals vermeld in bijlage 1, op een zitting behandeld op 5 juni 2024, waar Boot2Go, vertegenwoordigd door mr. L.W. Tellegen en mr. S. Levelt, advocaten te Amsterdam, en het college, vertegenwoordigd door mr. B.S. Jaasma, mr. M.R. Botman en mr. A.D. Röell, advocaten te Den Haag, zijn verschenen.
Overwegingen
1.       Boot2Go had tien exploitatievergunningen voor onbepaalde tijd voor de vaartuigen Booking.com, Champagne Shower, Gangster, Gast, Jochie, Koning, Ouwe, Papi, Shiner en The Dude. Bij de besluiten van 4 juni 2020 heeft het college deze exploitatievergunningen gewijzigd in vergunningen voor bepaalde tijd. De exploitatievergunningen verliepen of verlopen op 1 maart 2024, 1 maart 2026, 1 maart 2028 of 1 maart 2030.
1.1.    Bij besluit van 4 juni 2020 heeft het college op verzoek van Boot2Go de rangschikking op grond waarvan is bepaald wanneer de exploitatievergunningen aflopen gewijzigd. Het hoger beroep van Boot2Go had in eerste instantie betrekking op de tien vaartuigen. Boot2Go heeft echter de exploitatievergunningen voor de vaartuigen Champagne Shower, Gast, Koning en Papi overgedragen aan Flagship Holding. Flagship Holding heeft vervolgens verzocht de exploitatievergunning voor het vaartuig Champagne Shower te wijzigen in die zin dat de exploitatievergunning nu geldt voor het vaartuig Eve. De in deze procedure aan de orde zijnde exploitatievergunningen voor de volgende vaartuigen lopen of liepen af op de hierna genoemde data:
-         Booking.com - 1 maart 2028;
-         Champagne Shower (thans: Eve) - 1 maart 2028;
-         Gangster - 1 maart 2024;
-         Gast - 1 maart 2026;
-         Jochie - 1 maart 2030;
-         Koning - 1 maart 2026;
-         Ouwe - 1 maart 2030;
-         Papi - 1 maart 2028;
-         Shiner - 1 maart 2026;
-         The Dude - 1 maart 2024.
1.2.    Bij besluiten van 22 april 2024 heeft het college de exploitatievergunningen voor de vaartuigen Booking.com, Champagne Shower (thans: Eve), Gast, Jochie, Koning, Ouwe, Papi, en Shiner verlengd met twee jaar. Volgens het college is het niet mogelijk om binnen de resterende tijd een zorgvuldige uitgifteronde voor de tranche 2026 te organiseren. Het college heeft daarom besloten de geplande uitgifterondes voor nieuwe vergunningen per 1 maart 2026, 2028 en 2030 uit te stellen met twee jaar.
2.       Boot2Go en Flagship Holding zijn enkele van de reders die een bestuursrechtelijke procedure zijn begonnen tegen de wijziging van een exploitatievergunning voor de passagiersvaart van onbepaalde naar bepaalde tijd. Bij de Afdeling zijn hierover 51 zaken aanhangig. Deze zaken bevatten veel nagenoeg gelijkluidende gronden van algemene aard. De Afdeling heeft er daarom, net als de rechtbank, voor gekozen om deze zaken gelijktijdig op een zitting te behandelen en de algemene gronden in één uitspraak te beoordelen. Bij uitspraak van 25 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3732, is de Afdeling tot het oordeel gekomen dat een deel van de algemene gronden slaagt, wat ertoe leidt dat in alle 51 zaken de wijzigingsbesluiten moeten worden herroepen. Voor de motivering van dit oordeel verwijst de Afdeling naar die uitspraak.
3.       Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 19 januari 2021 alsnog gegrond verklaren en dat besluit vernietigen. De Afdeling zal zelf in de zaak voorzien door de besluiten van 4 juni 2020 te herroepen en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit.
4.       De besluiten van 22 april 2024 worden, gelet op artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht, gelezen in samenhang met artikel 6:19, eerste lid, van die wet, van rechtswege geacht onderwerp te zijn van dit geding. Nu met de herroeping van de besluiten van 4 juni 2020 aan deze besluiten de grondslag is komen te ontvallen, zal de Afdeling deze besluiten eveneens vernietigen.
5.       Dit betekent dat de eerder voor onbepaalde tijd verleende exploitatievergunningen weer gelden.
6.       Niet is gebleken dat Flagship Holding kosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen. Het college moet wel de proceskosten van Boot2Go vergoeden. Deze bestaan uit kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemachtigde heeft in deze zaak en zaaknummer 202202049/1/A3, in beroep en hoger beroep nagenoeg gelijkluidende stukken ingediend. Ook zijn de zaken gelijktijdig ter zitting behandeld. Dit zijn daarom samenhangende zaken in de zin van artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Deze zaken worden voor de bepaling van de hoogte van de te vergoeden kosten voor rechtsbijstand als één zaak beschouwd.
In deze zaak en zaaknummer 202202049/1/A3 heeft de gemachtigde nagenoeg gelijkluidende stukken ingediend tegen de besluiten van 22 april 2024 waarbij de einddatum van de exploitatievergunningen is verlengd. Ook hiervoor geldt dat dit samenhangende zaken zijn. De vergoeding moet in zoverre worden verdeeld over deze twee appellanten.
Gelet op de omvang en complexiteit van de zaken bestaat verder aanleiding met betrekking tot de proceskosten een additionele wegingsfactor van 1,5 toe te passen (onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht).
De vergoeding waarop Boot2Go op basis van deze berekening recht heeft, staat hierna in de beslissing.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het hoger beroep gegrond;
II.       vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 22 februari 2022 in zaak nr. 21/1307;
III.       verklaart het beroep gegrond;
IV.      vernietigt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 19 januari 2021, kenmerk: DJ.20.011774.001;
V.       herroept de besluiten van 4 juni 2020, kenmerken: WN2019-006075, WN2019-006076, WN2019-006077, WN2019-006078, WN2019-006079, WN2019-006080, WN2019-006081, WN2019-006082, WN2019-006083 en WN2019-006084;
VI.      bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit;
VII.     vernietigt de besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam van 22 april 2024, kenmerken: NT2024-001046, NT2024-001088, NT2024-001106, NT2024-001146, NT2024-001151, NT2024-001201, NT2024-001206, NT2024-001249;
VIII.    veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Boot2Go B.V. in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 8.531,25, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IX.      veroordeelt het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam tot vergoeding van bij Boot2Go B.V. in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.872,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
X.       gelast dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam aan Boot2Go B.V. het door haar voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 908,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. W. den Ouden, voorzitter, en mr. C.M. Wissels en mr. A.J.C. de Moor-van Vugt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Renkema, griffier.
w.g. Den Ouden
voorzitter
w.g. Renkema
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2024
1071
BIJLAGE 1 - Overzicht zaaknummers
202201614/1/A3    202202033/1/A3    202202115/1/A3
202201765/1/A3    202202034/1/A3    202202139/1/A3
202201766/1/A3    202202035/1/A3    202202151/1/A3
202201777/1/A3    202202037/1/A3    202202152/1/A3
202201778/1/A3    202202039/1/A3    202202153/1/A3
202201779/1/A3    202202042/1/A3    202202160/1/A3
202201780/1/A3    202202045/1/A3    202202163/1/A3
202201781/1/A3    202202046/1/A3    202202180/1/A3
202201783/1/A3    202202049/1/A3    202202181/1/A3
202201785/1/A3    202202050/1/A3    202202182/1/A3
202201786/1/A3    202202053/1/A3    202202200/1/A3
202201788/1/A3    202202075/1/A3    202202201/1/A3
202201801/1/A3    202202076/1/A3    202202233/1/A3
202201829/1/A3    202202077/1/A3
202201834/1/A3    202202078/1/A3
202201937/1/A3    202202079/1/A3
202201941/1/A3    202202091/1/A3
202202019/1/A3    202202112/1/A3
202202031/1/A3    202202114/1/A3