ECLI:NL:RVS:2024:3927

Raad van State

Datum uitspraak
30 september 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
202000913/2/R2, 202101508/4/R2 en 202101642/5/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om verschoning van staatsraad mr. H.J.M. Besselink in samenhangende bestuursrechtelijke zaken

Op 30 september 2024 heeft staatsraad mr. H.J.M. Besselink een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen in de samenhangende zaken met nummers 202000913/1/R2, 202101508/1/R2 en 202101642/1/R2, die op 4 oktober 2024 op zitting behandeld zullen worden. De staatsraad heeft aangegeven dat hij bij de voorbereiding van deze zaken heeft ontdekt dat een advocaat van een kantoor waar hij aan verbonden was, voorafgaand aan zijn benoeming als staatsraad, heeft aangekondigd als gemachtigde van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland ter zitting op te treden. Om elke schijn van vooringenomenheid te vermijden, heeft hij verzocht om verschoning.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek om verschoning beoordeeld. Ingevolge artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een rechter zich op verzoek van een partij verschonen indien er feiten en omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De Afdeling heeft de motivering van de staatsraad in overweging genomen en is tot de conclusie gekomen dat het verzoek om verschoning gerechtvaardigd is.

Daarom heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State besloten het verzoek van staatsraad mr. H.J.M. Besselink toe te wijzen. Deze beslissing is genomen in aanwezigheid van de voorzitter mr. E.A. Minderhoud en de leden mr. H.G. Sevenster en mr. H.C.P. Venema, met mr. G.J. Deen als griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 30 september 2024.

Uitspraak

202000913/2/R2, 202101508/4/R2 en 202101642/5/R2.
Datum beslissing: 30 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op het verzoek om verschoning (ex artikel 8:19 van de Algemene wet bestuursrecht: hierna: Awb) van:
mr. H.J.M. Besselink
Procesverloop
Ten aanzien van de samenhangende zaken nrs. 202000913/1/R2, 202101508/1/R2 en 202101642/1/R2, die op 4 oktober 2024 op zitting zullen worden behandeld, heeft staatsraad mr. H.J.M. Besselink (hierna: de staatsraad), het verzoek gedaan zich te mogen verschonen.
Overwegingen
1.       Ingevolge artikel 8:19, eerste lid, van de Awb kan op grond van feiten en omstandigheden als bedoeld in artikel 8:15 elk van de rechters die een zaak behandelen, verzoeken zich te mogen verschonen.
In artikel 8:15 is bepaald dat op verzoek van een partij elk van de rechters die een zaak behandelen, kan worden gewraakt op grond van feiten en omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.       De staatsraad heeft te kennen gegeven dat hem bij de voorbereiding van bovenvermelde zaken is gebleken dat recent in één van die zaken een advocaat van een kantoor waar de staatsraad aan was verbonden voorafgaand aan zijn benoeming als staatsraad, heeft aangekondigd dat hij als gemachtigde van het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland ter zitting zal optreden. Om iedere schijn van vooringenomenheid bij de behandeling van deze zaak te voorkomen, heeft de staatsraad verzocht zich te mogen verschonen.
3.       De Afdeling acht, gezien deze motivering, inwilliging van het verzoek gerechtvaardigd.
4.       Gelet op het vorenstaande, wordt het verzoek toegewezen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzitter, en mr. H.G. Sevenster en mr. H.C.P. Venema, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzitter
w.g. Deen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 30 september 2024
604