ECLI:NL:RVS:2024:3900
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- B.P. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 25 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De vreemdeling had op 5 augustus 2024 een aanvraag ingediend bij de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, maar deze aanvraag werd niet in behandeling genomen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.R.F. Berte, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 5 september 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht tot haar oordeel is gekomen. De motivering van de rechtbank werd door de Afdeling overgenomen, en het hoger beroep leidde niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De voorzieningenrechter oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Daarom werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De beslissing van de voorzieningenrechter houdt in dat de vreemdeling geen recht heeft op de gevraagde voorlopige voorziening en dat de minister van Asiel en Migratie geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak werd in het openbaar gedaan, en de voorzieningenrechter werd bijgestaan door de griffier, mr. L.C. Lodeweges.