ECLI:NL:RVS:2024:3890
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen overplaatsing vreemdeling naar Handhavings- en Toezichtlocatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag, die op 11 april 2023 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaarde. De vreemdeling was overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) op 31 januari 2023. De vreemdeling, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.E.M. Later, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 september 2024 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de rechtbank heeft haar uitspraak bevestigd. De Afdeling oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd, aangezien de rechtsvraag die aan de orde was eerder door de Afdeling is beantwoord.
De beslissing houdt in dat de vreemdeling niet in zijn verzoek wordt ontvangen en dat het COa geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. J.C.A. de Poorter, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 26 september 2024.