ECLI:NL:RVS:2024:3886

Raad van State

Datum uitspraak
26 september 2024
Publicatiedatum
26 september 2024
Zaaknummer
202403796/1/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep van vreemdeling tegen overplaatsing door het COa naar Handhavings- en Toezichtlocatie

In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 11 en 30 maart 2024, waarbij de vreemdeling werd overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, had op 23 mei 2024 de beroepen van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 september 2024 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. De Afdeling oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Bovendien werd opgemerkt dat de rechtsvraag over de overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie eerder door de Afdeling was beantwoord in een uitspraak van 11 september 2024.

De beslissing houdt in dat het COa geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.

Uitspraak

202403796/1/V1.
Datum uitspraak: 26 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, van 23 mei 2024 in zaken nrs. 24/6171 en 24/7430 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (hierna: het COa).
Procesverloop
Bij besluiten van 11 en 30 maart 2024 heeft het COa de vreemdeling overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen.
Bij uitspraak van 23 mei 2024 heeft de rechtbank de daartegen door de vreemdeling ingestelde beroepen ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, advocaat in Zierikzee, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       Het hoger beroep leidt niet tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. Dit oordeel hoeft niet verder te worden gemotiveerd. De reden daarvoor is dat het hogerberoepschrift geen vragen bevat die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoord moeten worden (artikel 91, tweede lid, van de Vw 2000).
1.1.    Het hoger beroep gaat onder meer over een rechtsvraag die eerder door de Afdeling is beantwoord (uitspraak van 11 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3564, onder 5.24 tot en met 5.33, over de vraag of overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie vrijheidsontneming inhoudt). Het hoger beroep biedt geen reden hierover in dit geval anders te oordelen.
2.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd. Het COa hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.
w.g. Willems
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Hanrath
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 26 september 2024
941