ECLI:NL:RVS:2024:3886
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen overplaatsing door het COa naar Handhavings- en Toezichtlocatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen de besluiten van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) van 11 en 30 maart 2024, waarbij de vreemdeling werd overgeplaatst naar de Handhavings- en Toezichtlocatie in Hoogeveen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, had op 23 mei 2024 de beroepen van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.S. van Aken, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 26 september 2024 uitspraak gedaan. Het hoger beroep is ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank is bevestigd. De Afdeling oordeelde dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Bovendien werd opgemerkt dat de rechtsvraag over de overplaatsing naar de Handhavings- en Toezichtlocatie eerder door de Afdeling was beantwoord in een uitspraak van 11 september 2024.
De beslissing houdt in dat het COa geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.M. Willems, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M.L. Hanrath, griffier.