202404257/2/R1.
Datum uitspraak: 24 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen onder meer:
[verzoeker] en anderen, allen wonend in Steyl, gemeente Venlo,
verzoekers,
en
1. de raad van de gemeente Venlo,
2. het college van burgemeester en wethouders van Venlo,
verweerders.
Procesverloop
Bij besluit van 22 mei 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Landhuis Moubis - Waterloostraat 28 Steyl" vastgesteld.
Bij besluit van 30 mei 2024 heeft het college aan Symphony Estates B.V. een omgevingsvergunning verleend voor de herontwikkeling van het landhuis Moubis en omliggende gronden tot een woon-zorghuis met 32 appartementen / studio's, waarvan 1 logeerkamer, aan de Waterloostraat 28 te Steyl.
Deze besluiten zijn gecoördineerd voorbereid en bekend gemaakt.
Tegen het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan en het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad en het college hebben een verweerschrift ingediend.
De raad en het college en [verzoeker] en anderen hebben een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 5 september 2024, waar zijn verschenen:
- [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door mr. A. van den Brand, advocaat te Venlo;
- de raad en het college, vertegenwoordigd door mr. C.H.J.M. Michels en mr. L.G.M.H. Bohnen.
Voorts is ter zitting als partij gehoord:
- Symphony Estates B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigden]
Overwegingen
1. Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd, het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip, van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Als een aanvraag om een omgevingsvergunning is ingediend vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet, dan blijft op grond van artikel 4.3, aanhef en onder a, van de Invoeringswet Omgevingswet het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip, van toepassing tot het besluit op die aanvraag onherroepelijk wordt, met uitzondering van artikel 3.9, derde lid, eerste zin, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: de Wabo).
Het ontwerpplan is op 5 oktober 2023 ter inzage gelegd en de aanvraag om een omgevingsvergunning is op 31 maart 2022 ingediend. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wro en de Wabo, zoals dat gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
2. Het plan en de omgevingsvergunning maken de herontwikkeling mogelijk van het landhuis Moubis en omliggende gronden tot een woon-zorghuis met 32 appartementen / studio's, waarvan 1 logeerkamer, aan de Waterloostraat 28 te Steyl.
3. [verzoeker] en anderen zijn omwonenden. Kort gezegd vrezen zij nadelige gevolgen van de nieuwe zorgfunctie. Daarom hebben zij beroep ingesteld tegen de vaststelling van het plan en de verlening van de omgevingsvergunning. Ook hebben zij de voorzieningenrechter gevraagd de voorlopige voorziening te treffen dat de besluiten worden geschorst totdat de Afdeling uitspraak heeft gedaan in de hoofdzaak.
4. Symphony Estates is initiatiefnemer van de ontwikkeling.
5. Zoals ter zitting aan de orde is gekomen vindt de zitting in de hoofdzaak uiterlijk in het tweede kwartaal van 2025 plaats, is Symphony Estates in verband daarmee bereid gebleken de uitkomst van de procedure in de hoofdzaak af te wachten en hebben partijen aangegeven daarom geen bezwaar te hebben tegen een schorsing van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan en het besluit tot verlening van de omgevingsvergunning in afwachting van die zitting en de uitspraak in de hoofdzaak.
6. Gelet op het vorenstaande ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van voorlopige voorziening die besluiten te schorsen.
7. De raad en het college moeten de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. schorst bij wijze van voorlopige voorziening het besluit van de raad van de gemeente Venlo van 22 mei 2024, kenmerk 106885, tot vaststelling van het bestemmingsplan "Landhuis Moubis - Waterloostraat 28 Steyl" en het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Venlo van 30 mei 2024, kenmerk 2022-0586, tot verlening van een omgevingsvergunning aan Symphony Estates B.V. voor de herontwikkeling van het landhuis Moubis en omliggende gronden tot een woon-zorghuis;
II. veroordeelt de raad van de gemeente Venlo en het college van burgemeester en wethouders van Venlo tot vergoeding van bij [verzoeker] en anderen in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat de raad en het college ieder de helft van het bedrag dienen te vergoeden en met dien verstande dat bij betaling van genoemd bedrag aan een van hen de bestuursorganen aan de betalingsverplichting hebben voldaan;
III. bepaalt dat de griffier van de Raad van State aan [verzoeker] en anderen het door hen betaalde griffierecht ten bedrage van € 187,00 voor de behandeling van het verzoek terugbetaalt.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. J.S.S. Hupkes, griffier.
w.g. Hoekstra
voorzieningenrechter
w.g. Hupkes
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 september 2024
635