ECLI:NL:RVS:2024:3676
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen minister van Asiel en Migratie
Op 11 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling beroep had ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De vreemdeling had eerder bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, beroep ingesteld, dat op 19 juli 2024 gegrond werd verklaard. De rechtbank had de minister van Asiel en Migratie opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak de vreemdeling te horen en binnen zestien weken een besluit te nemen op de asielaanvraag. Tevens was er een dwangsom van € 100,00 per dag opgelegd voor elke dag dat deze termijn werd overschreden, met een maximum van € 7.500,00.
De minister heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de belangen van zowel de minister als de vreemdeling afgewogen, evenals de huidige problemen in de beslispraktijk. Gelet op deze overwegingen heeft de voorzieningenrechter besloten om de uitspraak van de rechtbank te schorsen, waardoor de minister niet verplicht is om de proceskosten te vergoeden. De beslissing is genomen in het openbaar en is vastgesteld door de voorzieningenrechter en de griffier.