ECLI:NL:RVS:2024:3662
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Schipper-Spanninga
- L.C. Lodeweges
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak betreffende verblijfsvergunning
Op 11 september 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag van twee vreemdelingen om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 april 2022 was afgewezen. De vreemdelingen maakten bezwaar tegen deze afwijzing, maar dit bezwaar werd op 22 april 2023 door de staatssecretaris ongegrond verklaard.
De vreemdelingen hebben vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam. Op 19 juli 2024 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, de afwijzing van de staatssecretaris vernietigd en bepaald dat de minister een nieuw besluit op het bezwaar moet nemen, met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank. De minister van Asiel en Migratie heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft de minister in zijn verzoek om een voorlopige voorziening gevolgd en bepaald dat de minister de uitspraak van de rechtbank niet hoeft uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van de minister en de vreemdelingen in overweging zijn genomen en dat het treffen van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 september 2024.