ECLI:NL:RVS:2024:3578

Raad van State

Datum uitspraak
4 september 2024
Publicatiedatum
4 september 2024
Zaaknummer
202301849/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J. Hoekstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestemmingsplan sanering varkenshouderij en woningbouw in Peel en Maas

Op 4 september 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak tussen [appellant], wonend in [woonplaats], en de raad van de gemeente Peel en Maas. Het geschil betreft een besluit van de raad van 31 januari 2023, waarbij het bestemmingsplan "Keup 11 en Keup ongenummerd Egchel en Baarloseweg ongenummerd Helden" is vastgesteld. Dit plan voorziet in de sanering van de varkenshouderij van [bedrijf] op een perceel in Egchel, waarbij de bestemming van agrarisch naar wonen is omgezet. In ruil voor de sanering mag [bedrijf] twee nieuwe burgerwoningen realiseren op andere percelen.

[appellant] woont op een afstand van ruim 4 km van de betrokken percelen en heeft beroep ingesteld tegen het bestemmingsplan, omdat hij zich benadeeld voelt. Hij stelt dat hij als belanghebbende moet worden aangemerkt, omdat hij anders behandeld wordt dan [bedrijf], dat wel woningen mag realiseren. De raad heeft een verweerschrift ingediend en [appellant] heeft nadere stukken ingediend. De zaak is behandeld op 17 juli 2024.

De Afdeling heeft overwogen dat [appellant] geen zienswijze heeft ingediend over het ontwerpbesluit en dat hem dit redelijkerwijs kan worden verweten. De vraag of hij belanghebbende is, is cruciaal voor de ontvankelijkheid van zijn beroep. De Afdeling concludeert dat [appellant] geen rechtstreeks bij het besluit betrokken belang heeft, gezien de afstand van zijn woning tot de plangebieden. Daarom is het beroep van [appellant] niet-ontvankelijk verklaard. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202301849/1/R1
Datum uitspraak: 4 september 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend in [woonplaats],
en
de raad van de gemeente Peel en Maas,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 31 januari 2023 heeft de raad het bestemmingsplan "[locatie] en Keup ongenummerd Egchel en Baarloseweg ongenummerd Helden" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellant] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 17 juli 2024, waar [appellant], bijgestaan door mr. W.J.L.H. Oomen, rechtsbijstandsverlener in Elst, en de raad, vertegenwoordigd door mr. N.J.A.G. Alofs en I.H.E. Korten-Hanssen, zijn verschenen.
Overwegingen
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 25 mei 2022 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
2.       Het plan voorziet in de sanering van de varkenshouderij van [bedrijf] op het perceel [locatie] in Egchel. De bestemming van het perceel is daarom omgezet van "Agrarisch" naar "Wonen". Als tegenprestatie voor het saneren is het voor [bedrijf] toegestaan om twee nieuwe burgerwoningen te realiseren op twee andere percelen. Het gaat om het perceel Keup ongenummerd (tegenover de woning Keup 10) en Baarloseweg ongenummerd (tussen de woningen Baarloseweg 8 en 9).
[appellant] woont op de [locatie] in [woonplaats], wat op ruim 4 km afstand van het perceel [locatie] en de hiervoor bedoelde percelen Keup ongenummerd en Baarloseweg ongenummerd ligt.
Belanghebbendheid
3.       [appellant] betoogt dat hij belanghebbende is bij het bestreden besluit. Hij is namelijk anders behandeld dan [bedrijf]. Volgens hem wil het gemeentebestuur namelijk geen woningen op zijn gronden toestaan, terwijl hij net als [bedrijf] ook zijn agrarische bedrijf heeft beëindigd.
3.1.    Op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Ingevolge artikel 6:13 van de Awb, voor zover hier van belang, kan geen beroep worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht.
3.2.    In de uitspraken van 14 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:786, en 4 mei 2021, ECLI:NL:RVS:2021:953, is de Afdeling ingegaan op de gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie van 14 januari 2021, Stichting Varkens in Nood, ECLI:EU:C:2021:7, over de toepassing van artikel 6:13 van de Awb. Uit de uitspraak van 4 mei 2021 volgt dat in zaken waarin de wetgever een ieder de mogelijkheid heeft gegeven om zienswijzen naar voren te brengen, allen die zienswijzen naar voren hebben gebracht over het ontwerpbesluit, toegang hebben tot de rechter, ook al zijn zij geen belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid, van de Awb. Indien geen gebruik is gemaakt van de gelegenheid om zienswijzen in te dienen, en het niet indienen daarvan niet verschoonbaar is, bestaat alleen recht op toegang tot de rechter indien betrokkene belanghebbende is als bedoeld in artikel 1:2, eerste lid.
3.3.    [appellant] heeft geen zienswijze naar voren gebracht over het ontwerpbesluit. Niet in geschil is dat hem dit redelijkerwijs kan worden verweten. Of het beroep van [appellant] ontvankelijk is, is daarom afhankelijk van het antwoord op de vraag of hij belanghebbende is. Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, is in beginsel belanghebbende bij dat besluit.
3.4.    De Afdeling is van oordeel dat [appellant] geen rechtstreeks bij het besluit betrokken belang heeft en dus geen belanghebbende is. Gelet op de afstand van ongeveer 4 km van het perceel van [appellant] tot de plangebieden, ondervindt [appellant] namelijk geen feitelijke gevolgen van het plan. [appellant] heeft erop gewezen dat er geen woningen zijn toegestaan op zijn gronden, maar dat is geen feitelijk gevolg van het plan.
Het beroep is niet-ontvankelijk.
4.       De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. J. Hoekstra, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.L. van Driel Kluit, griffier.
w.g. Hoekstra
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Van Driel Kluit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 september 2024
703-1083