ECLI:NL:RVS:2024:3459

Raad van State

Datum uitspraak
28 augustus 2024
Publicatiedatum
27 augustus 2024
Zaaknummer
202404188/2/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Negatief bindend studieadvies en verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 28 augustus 2024 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoeker, aangeduid als [verzoeker], had een negatief bindend studieadvies ontvangen van de Manager Onderwijs Pedagogisch Werk, namens het College van Bestuur (CvB) van ROC van Twente, op 28 mei 2024. Dit advies werd gevolgd door een ongegrondverklaring van het administratief beroep door de commissie van beroep voor de examens (CBE) op 18 juni 2024. Hierop heeft [verzoeker] beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 30 juli 2024, waarbij [verzoeker] via videoverbinding aanwezig was, bijgestaan door [gemachtigde]. De CBE was vertegenwoordigd door mr. M.F. Groen, advocaat te Hengelo, en daarnaast namen ook T. Olthof, M. Grootherder, J. Rikhof en E. Kamphuis digitaal deel aan de zitting. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en overwegingen gemaakt op basis van een eerdere uitspraak (ECLI:NL:RVS:2024:3457) die relevant was voor het verzoek.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond is en heeft dit verzoek afgewezen. Tevens is bepaald dat het CBE geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 28 augustus 2024, waarbij mr. E.J. Daalder als voorzieningenrechter en mr. O. van Loon als griffier aanwezig waren.

Uitspraak

202404188/2/A2.
Datum uitspraak: 28 augustus 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker], wonend in [woonplaats],
verzoeker,
en
de commissie van beroep voor de examens ROC van Twente (hierna: het CBE),
verweerder.
Procesverloop
Bij beslissing van 28 mei 2024 heeft de Manager Onderwijs Pedagogisch Werk (hierna: manager OPW) namens het CvB een negatief bindend studieadvies aan [verzoeker] uitgebracht.
Bij beslissing van 18 juni 2024 heeft het CBE het daartegen ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] beroep ingesteld.
[verzoeker] heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het CBE heeft een verweerschrift ingediend.
[verzoeker] en het CBE hebben een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 30 juli 2024, waar [verzoeker] via een videoverbinding, bijgestaan door [gemachtigde], en het CBE, vertegenwoordigd door mr. M.F. Groen via een videoverbinding, advocaat te Hengelo, zijn verschenen. Namens het CBE hebben ook T. Olthof, M. Grootherder, J. Rikhof en E. Kamphuis digitaal deelgenomen aan de zitting.
Overwegingen
1.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:3457, heeft de Afdeling op het beroep beslist. Gelet op die uitspraak dient het verzoek als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
2.       Het CBE hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, griffier.
w.g. Daalder
voorzieningenrechter
w.g. Van Loon
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2024
284-1062