ECLI:NL:RVS:2024:3423
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders Bronckhorst over locatie ondergrondse verzamelcontainers
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 25 juli 2024 uitspraak gedaan op het verzoek van [verzoeker] uit Keijenborg, gemeente Bronckhorst, tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Bronckhorst van 16 april 2024. Dit besluit betrof de aanwijzing van een evenemententerrein ten oosten van de Hogenkampweg in Keijenborg als locatie voor ondergrondse verzamelcontainers. Tijdens de openbare zitting, die op dezelfde dag plaatsvond, heeft de voorzieningenrechter de argumenten van beide partijen gehoord.
[Verzoeker] verzocht om een voorlopige voorziening, maar de voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelde dat [verzoeker] voldoende gelegenheid heeft gehad om een zienswijze in te dienen en dat de zienswijzen ook hebben geleid tot aanpassingen in het besluit. Het college heeft de bevoegdheid om de locatie te kiezen zonder verplichting om de gemeenteraad hierbij te betrekken. De voorzieningenrechter concludeerde dat het college op een zorgvuldige manier tot zijn besluit is gekomen, waarbij de belangen van groen en bomen zijn afgewogen tegen de noodzaak van de locatiekeuze.
De voorzieningenrechter merkte op dat de overlast van ongedierte en verstoring van het bodemleven inherent is aan elke locatiekeuze en dat de verkeersveiligheid op de gekozen locatie geen grote problemen met zich meebrengt. Het college heeft overtuigend aangetoond dat het aangedragen alternatief voor de locatie niet haalbaar is, gezien de drukte en de verschillende vervoersstromen bij het sportcomplex. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om het college in proceskosten te veroordelen, aangezien er geen beroep meer loopt na deze uitspraak.