ECLI:NL:RVS:2024:3376

Raad van State

Datum uitspraak
22 augustus 2024
Publicatiedatum
21 augustus 2024
Zaaknummer
202402103/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan voor kerk en zorgcomplex in Oud-Vossemeer

Op 22 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in het geding tussen verzoekers, bewoners van Oud-Vossemeer, en de raad van de gemeente Tholen. Het verzoek volgde op de vaststelling van het bestemmingsplan "Molenweg, Kerk, Zorg en Welzijn te Oud-Vossemeer" door de raad op 8 februari 2024. Verzoekers vrezen verkeershinder en parkeeroverlast door de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt, waaronder de bouw van een kerkgebouw en een woon-zorgcomplex. Ze hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestemmingsplan te schorsen totdat er een uitspraak in de bodemprocedure is gedaan.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 8 augustus 2024 ter zitting behandeld. De raad heeft toegelicht dat er een aanvraag voor een omgevingsvergunning is ontvangen, wat het spoedeisend belang van het verzoek onderstreept. De voorzieningenrechter heeft een voorlopig rechtmatigheidsoordeel gegeven over het bestemmingsplan en geconcludeerd dat de raad voldoende heeft gemotiveerd dat er behoefte is aan de nieuwe ontwikkelingen. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de verkeersprognoses en de parkeerbehoefte, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202402103/2/R1.
Datum uitspraak: 22 augustus 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, allen wonend in Oud-Vossemeer, gemeente Tholen,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Tholen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 8 februari 2024 heeft de raad het bestemmingsplan "Molenweg, Kerk, Zorg en Welzijn te Oud-Vossemeer" vastgesteld.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De raad en initiatiefnemers hebben een nader stuk ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 8 augustus 2024, waar [verzoeker] en anderen, vertegenwoordigd door [gemachtigde A] en[gemachtigde B], en de raad, vertegenwoordigd door M.J.A. Gorissen, zijn verschenen. Ook zijn ter zitting de Gereformeerde gemeente in Nederland te Oud-Vossemeer, vertegenwoordigd door [gemachtigde C], en Sub Ocean B.V., vertegenwoordigd door [gemachtigde D], als partij gehoord.
Overwegingen
1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Overgangsrecht inwerkingtreding Omgevingswet
2.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan is op 31 maart 2023 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure het recht, waaronder de Wet ruimtelijke ordening en de Crisis- en herstelwet, zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft.
Inleiding
3.       Het plangebied ligt aan weerszijden van de Molenweg in Oud-Vossemeer en maakt meerdere ontwikkelingen mogelijk. Het gaat hierbij onder meer om de realisatie van een kerkgebouw, een woon-zorgcomplex met 24 kamers, 10 seniorenappartementen en het bieden van overnachtingsmogelijkheden en ondergeschikte horeca ter plaatse van de duikschool. [verzoeker] en anderen wonen aan de Molenweg en Onder de Molen in nabijheid van het plangebied en kunnen zich niet met het bestemmingsplan verenigen. Zij vrezen met name verkeershinder door de toename van het verkeer en voor parkeeroverlast als gevolg van de in het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen.
Verzoek om voorlopige voorziening
4.       [verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht om het bestemmingsplan te schorsen totdat door de Afdeling uitspraak is gedaan in de bodemprocedure om onomkeerbare gevolgen te voorkomen.
Spoedeisend belang
5.       Ter zitting is door de raad toegelicht dat er een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de bouw van de kerk en de zorgwoningen is ontvangen. Gelet hierop is er met het verzoek spoedeisend belang gemoeid.
Voorlopig rechtmatigheidsoordeel
6.       De voorzieningenrechter zal hieronder een voorlopig rechtmatigheidsoordeel over het bestemmingsplan geven. Dat betekent dat de voorzieningenrechter een inschatting maakt van de kans van slagen van de aangevoerde beroepsgronden in de bodemprocedure. Als de voorzieningenrechter in die beroepsgronden redenen vindt voor gerede twijfel of het bestemmingsplan in de bodemprocedure in stand zal kunnen blijven, kan dat aanleiding zijn om het bestemmingsplan te schorsen.
7.       [verzoeker] en anderen betogen dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd dat er behoefte is aan de in het plan mogelijk gemaakte ontwikkelingen. Zij stellen dat er een afname van het religieuze gebruik van kerkgebouwen is te verwachten met leegstand van het kerkgebouw tot gevolg. Ook stellen zij dat de raad onvoldoende heeft gemotiveerd waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien.
7.1.    In de toelichting op het bestemmingsplan staat dat het verzorgingsgebied van de kerk de kernen Tholen, Poortvliet, Sint-Annaland, Scherpenisse en Oud-Vossemeer beslaat. Het aantal leden van de kerk groeit, waardoor de bestaande kerk in het centrum van Oud-Vossemeer niet langer voldoet. In de voorziene kerk is er ruimte voor ongeveer 240 zitplaatsen en 10 rolstoelplaatsen. In totaal zijn er 110 leden, waarvan 50 doopleden. Deze bezoeken de kerkdiensten en hebben dus een zitplaats nodig. Daarnaast worden de diensten ook bezocht door mensen die geen (doop)lid zijn. De groei zet nog steeds door, waardoor er behoefte is aan een kerk met meer ruimte. Cliënten van de woonvoorzieningen van De Schutse bezoeken de kerkdiensten ook. De Schutse is gelieerd aan de Gereformeerde gemeente en initiatiefnemer van de naast de kerk te bouwen woonvoorziening. Ook staat er in de toelichting dat uitbreiding van de huidige locatie van de kerk niet mogelijk is. Er is binnen het bestaand stedelijk gebied gezocht naar een geschikte locatie, maar de onderzochte locaties bleken om uiteenlopende redenen niet haalbaar.
7.2.    [verzoeker] en anderen hebben de behoefte aan zorgwoningen niet betwist. Wel vrezen zij voor leegstand van het kerkgebouw. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de raad voldoende heeft gemotiveerd dat er behoefte is aan deze nieuwe stedelijke ontwikkeling en dat voldoende is gemotiveerd dat niet binnen bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien. Voor zover al sprake zou zijn van een motiveringsgebrek, kan dit in de bodemprocedure gerepareerd worden.
Naar verwachting zal het plan op dit punt in de bodemprocedure stand houden.
8.       [verzoeker] en anderen wonen allen in de omgeving van het plangebied en vrezen voor hinder van het extra verkeer langs hun woningen als gevolg van het plan. Zij betogen dat de Molenweg te smal is om het extra verkeer als gevolg van het plan te verwerken. Zij voeren aan dat de raad niet heeft onderbouwd dat de Molenweg een capaciteit heeft van maximaal 5.000 motorvoertuigen per etmaal (hierna: mvt/etm). Dit terwijl de raad eerder heeft gesteld dat deze weg een maximumcapaciteit heeft van 3.000 mvt/etm. [verzoeker] en anderen stellen dat de Molenweg niet meer dan 3.000 mvt/etm aankan. Ook is de raad ten onrechte uitgegaan van een verkeerstoename van 330 mvt/etm, want volgens [verzoeker] en anderen is de verkeerstoename van het plan minstens 350 mvt/etm. Over de weg Onder de Molen voeren zij aan dat de maximumcapaciteit van 3.000 mvt/etm wordt overschreden, omdat de verkeersprognose 3.757 mvt/etm is.
8.1.    In de aan het plan ten grondslag liggende "Verkeersanalyse Molenweg 38 te Oud-Vossemeer" (hierna: verkeersanalyse) van Stantec van 6 oktober 2023 is de verkeersintensiteit op verschillende wegen onderzocht en beoordeeld, waaronder de Molenweg en Onder de Molen. In de verkeersanalyse staat dat de Molenweg een wijkontsluitingsweg is, waarvoor een maximale intensiteit geldt van > 5.000 mvt/etm. Volgens de prognose voor 2034 zouden er als gevolg van het plan in totaal 2.969 mvt/etm zijn. De raad heeft toegelicht dat het getal van 3.000 mvt nog was gebaseerd op oud beleid en dat met > 5.000 mvt/etm is aangesloten bij het Mobiliteitsplan Tholen 2022-2030 (hierna: mobiliteitsplan) en CROW-normen. De voorzieningenrechter ziet in wat door [verzoeker] en anderen is aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de door de raad gehanteerde maximumverkeersintensiteit op de Molenweg. Weliswaar fluctueert de breedte van de weg enigszins, maar daarin is onvoldoende reden te vinden om aan te nemen dat de capaciteit veel lager ligt. Ook uitgaande van een maximumcapaciteit van 3.000 mvt/etm kan de weg de toename van 330 mvt/etm verwerken. En ook wanneer zou worden uitgegaan van de door [verzoeker] en anderen gestelde toename van 350 mvt/etm zou nog onder deze maximumcapaciteit worden gebleven. Wat betreft de weg Onder de Molen is de prognose voor 2034 dat er 3.080 mvt/etm zijn. Dit is volgens de verkeersanalyse net als de Molenweg een wijkontsluitingsweg met een maximumcapaciteit van > 5.000 mvt/etm. Daarmee kan deze weg de verkeerstoename aan. Als er wordt uitgegaan van de door [verzoeker] en anderen gestelde maximumcapaciteit van 3.000 mvt/etm is er slechts een geringe overschrijding. De voorzieningenrechter ziet daarin onvoldoende aanleiding voor het oordeel dat het plan naar verwachting in de bodemprocedure zal stranden. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat het hier handelt om een verkeersprognose die naar zijn aard onzekerheden in zich bergt en dat daarin geen rekening is gehouden met de op de zitting besproken gunstige omstandigheid dat de bezoekers van het kerkgebouw veelal te voet of met de fiets de kerk bezoeken, vanuit de kern Oud-Vossemeer.
9.       [verzoeker] en anderen betogen dat het plan zal leiden tot parkeerhinder op de Molenweg, omdat het bestemmingsplan voorziet in te weinig parkeerplaatsen. Zij voeren aan dat de normen uit het mobiliteitsplan niet goed zijn toegepast. Op basis van de berekening van [verzoeker] en anderen zijn er bij een juiste toepassing van de normen uit het mobiliteitsplan in totaal 112,50 parkeerplaatsen nodig.
9.1.    Uit de tabel op pagina 15 in de toelichting op het bestemmingsplan volgt dat er minimaal 67,3 parkeerplaatsen dienen te worden gerealiseerd voor de ontwikkeling. Het gaat hierbij volgens de raad om minimaal 55,3 parkeerplaatsen voor de kerk met het bijbehorende zorg- en wooncomplex. Op het terrein worden 59 parkeerplaatsen gerealiseerd en er dienen nog 12 parkeerplaatsen voor de overnachtingsfunctie van de duikschool beschikbaar te zijn. Hierover staat er in de toelichting dat het parkeren van duikcursisten op eigen terrein plaatsvindt en dat het parkeerterrein van de kerk als overloopgebied kan dienen.
9.2.    Hoewel niet helemaal inzichtelijk is hoe de toegepaste parkeernormen zich precies verhouden tot de parkeernormen uit het mobiliteitsplan, kan de raad met een nadere motivering in de bodemprocedure een eventueel motiveringsgebrek repareren. De discussie over parkeren kan in de bodemprocedure verder aan de orde komen. Op voorhand is er geen aanleiding voor het oordeel dat het plan op dit punt geen stand zal houden. Hierbij betrekt de voorzieningenrechter dat de zondag voor de kerk de dag is met de meeste bezoekers. In de berekening van benodigde parkeerplaatsen is door de raad geen rekening gehouden met de ter zitting door de Gereformeerde gemeente gegeven toelichting dat, als gezegd, de meeste kerkbezoekers uit de kern Oud-Vossemeer komen en dat de meeste kerkbezoekers het principe hanteren om vanwege de zondagsrust op zondag lopend naar de kerk te gaan, tenzij dat niet anders kan. De daadwerkelijke vraag naar parkeerplaatsen van de kerk zal daarom naar verwachting lager liggen dan waar in het onderzoek van is uitgegaan. Bovendien heeft de Gereformeerde gemeente op de zitting toegelicht dat er een voorstel bij de gemeente Tholen is neergelegd voor zes extra parkeerplaatsen op openbaar terrein, waar door de kerk grond voor is aangekocht.
Naar verwachting zal het bestemmingsplan ook op dit punt in de bodemprocedure in stand blijven.
10.     De voorzieningenrechter ziet op voorhand ook geen aanleiding om aan te nemen dat de overige beroepsgronden slagen. Er is daarom ook in zoverre geen aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen. Wel merkt de voorzieningenrechter het volgende op. In de toelichting op het bestemmingsplan staat dat de kerk geen geluidproducerende kerkklok zal bevatten en dat er is besloten geen geluidproducerende kerkklok op te nemen in het ontwerp van de kerk. Dit is echter niet geborgd in de planregels. De voorzieningenrechter geeft de raad mee dit in de bodemprocedure alsnog te overwegen. Daarnaast is er geen zwembad of duikschool vermeld in bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten "bedrijventerrein" bij de planregels. De voorzieningenrechter geeft de raad mee ook dit punt nader te bekijken.
Conclusie
11.     De voorzieningenrechter wijst het verzoek af.
12.     De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden.
13.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E.A. Minderhoud, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. N. Janse, griffier.
w.g. Minderhoud
voorzieningenrechter
w.g. Janse
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 22 augustus 2024
855