ECLI:NL:RVS:2024:3361

Raad van State

Datum uitspraak
15 augustus 2024
Publicatiedatum
20 augustus 2024
Zaaknummer
202404145/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake bezwaarschrift tegen deelsaneringsplan Bethaniënstraat 222-238 te Arnhem

Op 15 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoekster] een voorlopige voorziening heeft verzocht tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. Het verzoek richtte zich tegen het besluit van 27 mei 2024, waarin het college het bezwaar van [verzoekster] tegen een eerder besluit van 31 oktober 2023 ongegrond heeft verklaard. Dit eerdere besluit betrof de goedkeuring van een deelsaneringsplan voor de locatie Bethaniënstraat 222-238, waar werkzaamheden voor bodemsanering gepland zijn.

[verzoekster] betoogde dat de bezwaarschriftencommissie niet onafhankelijk was en dat er vermoedens waren van onderlinge afstemming tussen de commissie en het college, aangezien het advies en het besluit op bezwaar kort na de hoorzitting tot stand waren gekomen. Daarnaast vreesde zij schade aan haar woning door de saneringswerkzaamheden en de mogelijke verspreiding van gevaarlijke stoffen, waaronder de Japanse duizendknoop.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Hij oordeelde dat er geen reden was om aan de onafhankelijkheid van de bezwaarschriftencommissie te twijfelen. Het feit dat het advies snel na de hoorzitting was uitgebracht, was onvoldoende om te concluderen dat er sprake was van afhankelijkheid of vooringenomenheid. De voorzieningenrechter concludeerde dat het college de belangen van [verzoekster] voldoende had meegewogen in de besluitvorming en dat de maatregelen in het deelsaneringsplan adequaat waren om de risico's te beheersen. De gemeente zal toezien op de uitvoering van het plan, inclusief de verwijdering van de Japanse duizendknoop volgens het geldende protocol.

Uitspraak

202404145/2/R1.
Datum uitspraak: 15 augustus 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoekster], wonend in Arnhem,
verzoekster,
en
het college van burgemeester en wethouders van Arnhem,
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 15 augustus 2024 om 14:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. H.J.M. Besselink, voorzieningenrechter
griffier: mr. N. Janse
Verschenen:
[verzoekster], vertegenwoordigd door mr. V.W.J.H. Kobossen, advocaat te Nijmegen, die via een videoverbinding heeft deelgenomen;
Het college, vertegenwoordigd door mr. M.C.J. Kasteel, P. Bouter en B. Peeters.
Het verzoek richt zich tegen het besluit van het college van 27 mei 2024, waarbij het door [verzoekster] tegen het besluit van 31 oktober 2023 gemaakte bezwaar ongegrond is verklaard. In het besluit van 31 oktober 2023 heeft het college ingestemd met het deelsaneringsplan voor de locatie Bethaniënstraat 222-238 (grondwal). [verzoekster] heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 27 mei 2024 en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter
wijst het verzoek af.
Gronden:
[verzoekster] betoogt dat de bezwaarschriftencommissie niet onafhankelijk is. Zij voert aan dat het advies en het besluit op bezwaar al enkele dagen na de hoorzitting tot stand zijn gekomen. Hierdoor heeft zij het vermoeden dat er onderlinge afstemming heeft plaatsgevonden tussen de bezwaarschriftencommissie en het college. Verder betoogt zij dat het college haar belangen niet heeft meegewogen in de besluitvorming. Zij vreest schade aan haar woning te ondervinden als gevolg van de werkzaamheden ten behoeve van de bodemsanering in de grondwal. Ook vreest zij voor het vrijkomen van gevaarlijke stoffen en verspreiding van de Japanse duizendknoop.
De voorzieningenrechter ziet in het aangevoerde geen reden om aan de onafhankelijkheid van de bezwaarschriftencommissie te twijfelen. Uit het advies is van afhankelijkheid of vooringenomenheid niet gebleken. Ook het feit dat binnen een week na de hoorzitting reeds advies is uitgebracht, is daarvoor onvoldoende. De voorzieningenrechter ziet daarom geen aanleiding voor het oordeel dat het college het advies van de bezwaarschriftencommissie niet aan het besluit van 27 mei 2024 ten grondslag heeft mogen leggen. De voorzieningenrechter vindt dat de keus om vooralsnog alleen de grondwal te verwijderen voldoende gemotiveerd is. Het deelsaneringsplan houdt voldoende rekening met de belangen van [verzoekster], voor zover die binnen het beoordelingskader van de artikelen 38, 39 en 40 van de Wet bodembescherming passen. Voorafgaand aan het afgraven van de grondwal zal nog een V&G-plan en een BLVC-plan worden opgesteld waarin uitdrukkelijk het voorkomen van het verspreiden van de verontreinigde grond en het voorkomen van schade door mogelijke trillingen door de afgraving aan bod komen. Daarnaast besteedt het deelsaneringsplan aandacht aan de Japanse duizendknoop. Deze moet volgens een landelijk protocol van 15 maart 2022 worden verwijderd en afgevoerd. Op die manier wordt voorkomen dat door de sanering de Japanse duizendknoop zich verspreidt. De voorzieningenrechter ziet in wat [verzoekster] heeft aangevoerd, geen aanleiding voor de veronderstelling dat niet conform dat protocol zal worden gehandeld. De gemeente zal daarop ook toezien.
De conclusie is dat het college de belangen van [verzoekster] voldoende heeft meegewogen.
w.g. Besselink
voorzieningenrechter
w.g. Janse
griffier
855