ECLI:NL:RVS:2024:3353
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet in behandeling nemen van aanvragen
Op 19 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een voorlopige voorziening vroegen. De vreemdelingen, die asiel aanvragen, hadden eerder op 2 mei 2024 te horen gekregen dat hun aanvragen niet in behandeling werden genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Hiertegen hebben zij beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 29 juli 2024 het beroep gegrond verklaarde en het besluit van de staatssecretaris vernietigde, maar de rechtsgevolgen in stand hield. De vreemdelingen hebben vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat in het licht van een aanstaande zitting op 28 augustus 2024, waarin de opvangvoorzieningen en het risico op pushbacks in Kroatië aan de orde komen, het hoger beroep nader onderzoek vereist. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden overgedragen totdat er op het hoger beroep is beslist. Tevens is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn vastgesteld op € 875,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.