ECLI:NL:RVS:2024:3324
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning en opvangvoorzieningen
Op 16 augustus 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening door een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 30 april 2024 niet in behandeling werd genomen. Hiertegen heeft de vreemdeling beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 31 juli 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen voordat op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vergt, vooral in het licht van een andere zaak die op 28 augustus 2024 zal worden behandeld, waarin de opvangvoorzieningen en het risico op pushbacks in Kroatië aan de orde komen. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter besloten een voorlopige voorziening te treffen. De vreemdeling zal niet worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgelopen tot € 875,00, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die in asielzaken in acht moet worden genomen, vooral wanneer er risico's zijn verbonden aan de opvang en de behandeling van asielzoekers in andere landen. De voorzieningenrechter heeft hiermee een belangrijke stap gezet in de bescherming van de rechten van de vreemdeling, door te waarborgen dat hij niet wordt overgedragen voordat zijn hoger beroep is behandeld.