ECLI:NL:RVS:2024:327
Raad van State
- Hoger beroep
- J.M. Willems
- J.W. Prins
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake verblijfsvergunning asiel
Op 30 januari 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 13 juni 2023 geoordeeld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van de vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had ingewilligd, maar dat besluit gedeeltelijk vernietigd. De rechtbank bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde deel in stand blijven. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. M.M.J. van Zantvoort, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht en op goede gronden tot haar oordeel is gekomen en dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.