ECLI:NL:RVS:2024:3172
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen ongegrondverklaring urgentieverklaring door Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 19 december 2022. De rechtbank had het beroep van [appellant] tegen het besluit van de Stichting Urgentiebepaling Woningzoekenden Rijnmond (SUWR) van 23 maart 2022 ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de afwijzing van een aanvraag om een urgentieverklaring, die was ingediend door [appellant] voor haar dochter, die kampt met chronische medische beperkingen. De rechtbank oordeelde dat de SUWR terecht het bezwaar van [appellant] ongegrond had verklaard, omdat er geen medische informatie was ingediend die de juistheid van het medisch advies van de SUWR in twijfel trok.
De mondelinge uitspraak vond plaats op 6 augustus 2024, waarbij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigde. De Afdeling oordeelde dat de SUWR het advies van een medisch deskundige mocht volgen, mits dit advies op een objectieve en inzichtelijke wijze was opgesteld. [appellant] had in hoger beroep geen nieuwe medische stukken overgelegd die de afwijzing van de urgentieverklaring konden onderbouwen.
De Afdeling benadrukte dat, hoewel de medische beperkingen van [naam dochter] moeilijk zijn, de SUWR vanwege de grote tekorten aan sociale huurwoningen streng moet zijn in de toekenning van urgentieverklaringen. Daarom was de afwijzing van de aanvraag om medische urgentie gerechtvaardigd. De SUWR werd niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.