202404087/1/A2.
Datum uitspraak: 30 juli 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening hangende administratief beroep (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker],
verzoeker,
en
de examencommissie van Academie Mens en Maatschappij (hierna: de examencommissie),
verweerder.
Openbare zitting gehouden op 30 juli 2024 om 11:00 uur.
Tegenwoordig:
Staatsraad mr. E.J. Daalder, voorzieningenrechter
Griffier: mr. O. van Loon
Jurist: mr. D.T.J. van de Voort
Verschenen:
[verzoeker], bijgestaan door [gemachtigde];
de examencommissie, vertegenwoordigd door mr. F.W. Beckman.
====================================
Het verzoek betreft de beslissing van 3 juli 2024 van de examencommissie, waarbij de examencommissie drie toetsen ongeldig heeft verklaard. Tegen deze beslissing heeft [verzoeker] administratief beroep ingesteld bij het CBE en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat de examencommissie Academie Mens en Maatschappij [verzoeker] in de gelegenheid stelt om voor het einde van studiejaar 2023-2024 de deeltoets: LP 5.2: Filosofisch essay (DT.45612), deeltoets: LP 5.2: Verslag Ethisch Dilemma (DT.45613) en toets: LP 1.2-3.2/8.2: Culturele diversiteit/Professionele ontwikkeling T.48610 te herkansen;
II. veroordeelt de examencommissie van Academie Mens en Maatschappij tot vergoeding van bij [verzoeker] in verband met de behandeling van de voorlopige voorziening opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
III. gelast dat het college van beroep voor de examens van Saxion Hogeschool aan [verzoeker] het door haar voor de behandeling van de voorlopige voorziening betaalde griffierecht ten bedrage van € 51,00 vergoedt.
Motivering:
Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
Het verwijt dat de examencommissie aan [verzoeker] maakt is dat zij plagiaat heeft gepleegd bij de (deel)toetsen Filosofisch essay, Verslag Ethisch Dilemma en Culturele diversiteit/Professionele ontwikkeling, die zij in 2021 heeft afgelegd. Zij heeft, zo stelt de examencommissie, veelvuldig gebruik gemaakt van de aan de studenten ter beschikking gestelde plagiaatscanner door het werk van medestudenten in eigen woorden over te nemen en daarmee te controleren op plagiaat.
De voorzieningenrechter kan op dit moment geen definitief oordeel geven over de vraag of [verzoeker] het werk van medestudenten heeft overgenomen en met gebruik van de plagiaatscanner heeft aangepast zodat het niet meer herkenbaar was als werk van medestudenten. Wel heeft hij bedenkingen bij het veelvuldig gebruik van de plagiaatscanner en de wijze waarop [verzoeker] dat heeft gedaan. Daarmee is niet gezegd dat het standpunt van de examencommissie dat [verzoeker] zich schuldig heeft gemaakt aan plagiaat niet in stand kan blijven, maar er bestaat wel onzekerheid over.
Het belang van [verzoeker] is dat zij studievertraging wil voorkomen. Daarom wil zij de gelegenheid krijgen om de drie toetsen te herkansen. De voorzieningenrechter overweegt dat de examencommissie dit in het schikkingsgesprek van 11 juli 2024 al aan [verzoeker] heeft aangeboden. Daarbij was wel de voorwaarde gesteld dat het administratief beroep wordt ingetrokken. De voorzieningenrechter oordeelt dat in de omstandigheden van het geval, waaronder het tijdsverloop sinds het maken van de toetsen, de examencommissie de voorwaarde dat het administratief beroep wordt ingetrokken niet had kunnen stellen.
De voorzieningenrechter treft daarom bij de afweging van de belangen de voorlopige voorziening dat de examencommissie [verzoeker] in de gelegenheid stelt om voor 1 september 2024 de drie toetsen te herkansen. De examencommissie moet de proceskosten vergoeden.
w.g. Daalder
voorzieningenrechter
w.g. Van Loon
griffier
284-1062