ECLI:NL:RVS:2024:3070
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na niet-ontvankelijk verklaring verblijfsvergunning
Op 30 juli 2024 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 31 maart 2024 deze aanvraag niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. L. Sinoo, heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 6 mei 2024 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Raad van State en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De rechtbank had terecht geoordeeld dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de minister van Asiel en Migratie werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden.
De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van de regels omtrent de ontvankelijkheid van asielaanvragen en de voorwaarden waaronder voorlopige voorzieningen kunnen worden getroffen. De voorzieningenrechter, mr. J.Th. Drop, heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken, waarbij mr. T.W.A. Weber als griffier aanwezig was.