ECLI:NL:RVS:2024:2873

Raad van State

Datum uitspraak
24 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
202402383/2/R4
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen bestemmingsplan Werverweg ong. Heerde

In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster], beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van de gemeente Heerde, dat op 4 maart 2024 het bestemmingsplan "Werverweg ong. Heerde" heeft vastgesteld. De verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van hun beroep. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 24 juli 2024 uitspraak gedaan zonder zitting. In een eerdere uitspraak, ECLI:NL:RVS:2024:2879, is er al op het beroep beslist, waardoor er geen sprake meer is van een geding. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond moest worden afgewezen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de proceskosten niet vergoed hoeven te worden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

202402383/2/R4.
Datum uitspraak: 24 juli 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en [verzoekster], wonend te Wapenveld, gemeente Heerde,
verzoekers,
en
de raad van de gemeente Heerde,
verweerder.
Procesverloop
[verzoeker] en [verzoekster] hebben beroep ingesteld tegen het besluit van de raad van 4 maart 2024, waarbij het bestemmingsplan "Werverweg ong. Heerde" is vastgesteld.
Ook hebben [verzoeker] en [verzoekster] de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting.
2.       Bij uitspraak van vandaag, ECLI:NL:RVS:2024:2879, heeft de Afdeling op het beroep beslist, dus is er geen sprake meer van een geding. Daarom dient het verzoek als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.
3.       De proceskosten hoeven niet te worden vergoed.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. H.C.P. Venema, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M. van Es, griffier.
w.g. Venema
voorzieningenrechter
w.g. Van Es
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 juli 2024
826