ECLI:NL:RVS:2024:2863
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.M. Willems
- O. van Loon
- A.J.Q. Oskam
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake inschrijving kenteken auto en procedurele onvrede bij RDW
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 30 mei 2023. De zaak betreft de inschrijving van de auto van [appellant] in het kentekenregister, waarbij zijn auto met een grijs kenteken is geregistreerd in plaats van met een geel kenteken. Tijdens de zitting bij de Afdeling heeft [appellant] zijn onvrede geuit over de procedure bij de RDW en de rechtbank. Hij heeft betoogd dat de RDW zijn vraag over de registratie van andere bestelauto's met een geel kenteken niet heeft beantwoord en dat de rechtbank heeft verzuimd om hem bepaalde stukken door te sturen.
De Afdeling heeft op 2 juli 2024 uitspraak gedaan. De Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij door het ontbreken van stukken in zijn dossier in zijn belangen is geschaad. De Afdeling constateert dat [appellant] het verweerschrift van de RDW tijdens de zitting bij de rechtbank heeft ontvangen en daarop heeft gereageerd. De Afdeling wijst erop dat de inhoud van de brief van de RDW van 18 januari 2023 gelijk is aan een eerdere brief waarop [appellant] heeft gereageerd, en dat hij geen andere uitkomst van de besluitvorming heeft beoogd.
Daarnaast heeft [appellant] aangevoerd dat de RDW een dwangsom heeft verbeurd door niet tijdig te beslissen op zijn bezwaar. De Afdeling is het eens met de rechtbank dat [appellant] niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de RDW in gebreke heeft gesteld. Het hoger beroep wordt ongegrond verklaard en de RDW hoeft geen proceskosten te vergoeden.