ECLI:NL:RVS:2024:2850
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- J.F. de Groot
- R.M. Ahmady-Pikart
- M. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit gemeenteraad Tilburg inzake bestemmingsplan Groeseind 2017, 3e herziening
In deze zaak gaat het om een beroep tegen het besluit van de gemeenteraad van Tilburg van 6 juli 2023, waarbij het bestemmingsplan "Groeseind 2017, 3e herziening (Veldhovenring 37-39)" is vastgesteld. De appellant, wonend in Tilburg, stelt dat de raad het besluit niet in overeenstemming met een goede ruimtelijke ordening heeft vastgesteld. De raad heeft echter voldoende rekening gehouden met de beschermde status van de monumentale zomereik, die moet worden gesnoeid voor de uitvoering van het plan. De appellant heeft niet kunnen aantonen dat de voorgenomen snoei schadelijke gevolgen heeft voor de boom. De raad heeft toegelicht dat het snoeiadvies in de boomeffectanalyse een voortzetting is van het huidige snoeibeheer en noodzakelijk is voor het behoud van de boom.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 8 juli 2024 uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard. De Afdeling oordeelt dat de raad zich op het standpunt heeft mogen stellen dat het plan niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat van de appellant. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat de nieuw te realiseren appartementen onaanvaardbare geluidhinder zullen veroorzaken. De raad heeft bovendien geen akoestisch onderzoek hoeven laten verrichten, omdat de bestaande ommuring bij realisatie van het plan zal verdwijnen en de planregels een groene inrichting van de buitenruimten waarborgen.
Daarnaast heeft de raad zich op het standpunt gesteld dat het plan niet leidt tot een onaanvaardbare aantasting van de privacy en het uitzicht van de appellant. De Afdeling benadrukt dat enige beperking van de privacy in een stedelijke omgeving niet leidt tot onevenredige gevolgen. De raad hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, onder leiding van staatsraad J.F. de Groot, met als griffier R.M. Ahmady-Pikart en jurist M. Hoekstra.