ECLI:NL:RVS:2024:2736

Raad van State

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
202403754/2/V1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in asielzaak na intrekking verblijfsvergunning

Op 4 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling wiens verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op 5 juni 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingetrokken. De vreemdeling had ook een aanvraag ingediend voor verlenging van de verblijfsvergunning, welke was afgewezen. Daarnaast was de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en was er een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, had op 23 mei 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, voor zover het een terugkeerbesluit en inreisverbod betrof, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. N. Vollebergh, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de belangen van de vreemdeling en de argumenten die zijn aangevoerd, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.

Uitspraak

202403754/2/V1
Datum uitspraak: 4 juli 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht), met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van die wet, hangende het hoger beroep van:
[de vreemdeling],
verzoeker,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, van 23 mei 2024 in zaak nr. NL23.17590 in het geding tussen:
de vreemdeling
en
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
Procesverloop
Bij besluit van 5 juni 2023 heeft de staatssecretaris de aan de vreemdeling verleende verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken, een aanvraag van de vreemdeling om verlenging van de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning afgewezen, hem opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.
Bij uitspraak van 23 mei 2024 heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep gegrond verklaard, dat besluit vernietigd, voor zover de staatssecretaris een terugkeerbesluit heeft genomen en een inreisverbod heeft uitgevaardigd, en bepaald dat de rechtsgevolgen daarvan voor het overige in stand blijven.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. N. Vollebergh, advocaat te Breda, hoger beroep ingesteld. Ook heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Overwegingen
1.       De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat de vreemdeling recht op voorzieningen behoudt totdat op het hoger beroep is beslist.
2.       Gelet op wat is aangevoerd, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet aannemelijk dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. Gelet op de belangen die de vreemdeling naar voren heeft gebracht, treft de voorzieningenrechter geen voorlopige voorziening.
3.       Het verzoek wordt afgewezen. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. B. Meijer, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. H.J. Jongeneel, griffier.
w.g. Meijer
voorzieningenrechter
w.g. Jongeneel
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 juli 2024
958