ECLI:NL:RVS:2024:2736
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak na intrekking verblijfsvergunning
Op 4 juli 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling wiens verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op 5 juni 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was ingetrokken. De vreemdeling had ook een aanvraag ingediend voor verlenging van de verblijfsvergunning, welke was afgewezen. Daarnaast was de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en was er een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, had op 23 mei 2024 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, voor zover het een terugkeerbesluit en inreisverbod betrof, maar de rechtsgevolgen daarvan in stand gelaten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. N. Vollebergh, heeft hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de belangen van de vreemdeling en de argumenten die zijn aangevoerd, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden.