ECLI:NL:RVS:2024:265

Raad van State

Datum uitspraak
24 januari 2024
Publicatiedatum
24 januari 2024
Zaaknummer
202007156/4/R2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging bestemmingsplan Hilvarenbeek wegens strijd met de Algemene wet bestuursrecht

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 24 januari 2024 uitspraak gedaan over het bestemmingsplan "Reparatieplan Buitengebied Hilvarenbeek 2019". Dit bestemmingsplan was vastgesteld door de raad van de gemeente Hilvarenbeek op 15 oktober 2020. In een eerdere tussenuitspraak van 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1355, had de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken het geconstateerde gebrek in het besluit te herstellen. De Afdeling had vastgesteld dat de raad niet voldoende inzicht had gegeven in de afmetingen van het differentiatievlak op het perceel in Esbeek en niet had gemotiveerd waarom het totale bouwvlak was vergroot ten opzichte van het vorige plan uit 2014.

De raad heeft echter niet voldaan aan deze opdracht en heeft ook een verlenging van de hersteltermijn aangevraagd, die door de Afdeling is afgewezen. Op 1 januari 2024 trad de Omgevingswet in werking, maar omdat het ontwerp van het bestemmingsplan vóór deze datum ter inzage was gelegd, bleef de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. De Afdeling heeft geconcludeerd dat het besluit van de raad in strijd was met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het gebrek niet was hersteld.

De uitspraak van de Afdeling was dat het beroep van de appellant gegrond werd verklaard en het besluit van de raad van de gemeente Hilvarenbeek werd vernietigd voor zover het betreft het differentiatievlak op het perceel in Esbeek. De raad werd opgedragen om binnen vier weken na de uitspraak het onderdeel van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan. Tevens werd de raad veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant en het griffierecht.

Uitspraak

202007156/4/R2.
Datum uitspraak: 24 januari 2024
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellant], wonend te Esbeek, gemeente Hilvarenbeek,
appellant,
en
de raad van de gemeente Hilvarenbeek,
verweerder.
Procesverloop
Bij tussenuitspraak van 5 april 2023, ECLI:NL:RVS:2023:1355, heeft de Afdeling de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending daarvan het daarin geconstateerde gebrek in het besluit van 15 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Reparatieplan Buitengebied Hilvarenbeek 2019" (hierna: reparatieplan 2019) te herstellen.
Bij beschikking van 8 september 2023 heeft de Afdeling de hiervoor genoemde hersteltermijn verlengd tot en met 1 december 2023.
Op 16 november 2023 heeft de raad de Afdeling opnieuw verzocht om verlenging van de hersteltermijn. De Afdeling heeft dit verzoek afgewezen.
De raad heeft niet binnen de gestelde termijn aan de opdracht voldaan. Vervolgens heeft de Afdeling het onderzoek gesloten.
Overwegingen
1.       Op 1 januari 2024 zijn de Omgevingswet en de Invoeringswet Omgevingswet in werking getreden. Op grond van artikel 4.6, derde lid, van de Invoeringswet Omgevingswet blijft op een beroep tegen een besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarvan het ontwerp vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Omgevingswet ter inzage is gelegd het recht zoals dat gold onmiddellijk vóór dat tijdstip van toepassing tot het bestemmingsplan onherroepelijk is.
Het ontwerpplan "Reparatieplan Buitengebied Hilvarenbeek 2019" is op 13 december 2019 ter inzage gelegd. Dat betekent dat op deze beroepsprocedure de Wet ruimtelijke ordening, zoals die gold vóór 1 januari 2024, van toepassing blijft.
Het geconstateerde gebrek in de tussenuitspraak
2.       De Afdeling heeft in de tussenuitspraak, onder 4.3, overwogen dat de raad niet inzichtelijk heeft gemaakt waar de afmetingen voor het differentiatievlak op het perceel [locatie] in Esbeek op zijn gebaseerd. Tevens heeft de Afdeling in de tussenuitspraak overwogen dat de raad niet heeft gemotiveerd waarom het totale bouwvlak op het perceel met ongeveer 400 m² is vergroot ten opzichte van het vorige plan "Buitengebied" uit 2014.
3.       Op grond van artikel 8:51d van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) heeft de Afdeling in de tussenuitspraak de raad opgedragen om binnen 16 weken na verzending van de tussenuitspraak het geconstateerde gebrek te herstellen. Op verzoek van de raad heeft de Afdeling deze termijn verlengd tot en met 1 december 2023, omdat de raad verwachtte dat in het 3e kwartaal van 2023 het bestemmingsplan in een vergadering van de raad zou worden behandeld. Ook deze verlengde termijn is ongebruikt verstreken, zodat de raad niet heeft voldaan aan de opdracht in de tussenuitspraak. Het geconstateerde gebrek in het besluit van 15 oktober 2020 is dus niet hersteld.
4.       Gelet op wat onder 4.3 en 5 in de tussenuitspraak is overwogen heeft de raad het besluit van 15 oktober 2020 genomen in strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb voor zover dat ziet op het differentiatievlak op het perceel [locatie] in Esbeek met de bouwaanduiding "specifieke bouwaanduiding - bestaande voorzieningen". Het besluit komt in zoverre voor vernietiging in aanmerking.
Conclusie
5.       Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit van 15 oktober 2020 moet wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb worden vernietigd, voor zover dat ziet op het differentiatievlak op het perceel [locatie] in Esbeek, kadastraal bekend als gemeente Hilvarenbeek sectie P nummer 2983.
De Afdeling ziet aanleiding de raad op te dragen het hierna in de beslissing nader aangeduide onderdeel van deze uitspraak binnen vier weken na verzending van de uitspraak te verwerken in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening.
6.       De raad moet de proceskosten vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I.        verklaart het beroep gegrond;
II.       vernietigt het besluit van de raad van de gemeente Hilvarenbeek van 15 oktober 2020 tot vaststelling van het bestemmingsplan "Reparatieplan Buitengebied Hilvarenbeek 2019", voor zover dat ziet op het differentiatievlak op het perceel [locatie] in Esbeek, kadastraal bekend als gemeente Hilvarenbeek sectie P nummer 2983, met de bouwaanduiding "specifieke bouwaanduiding - bestaande voorzieningen";
III.      draagt de raad van de gemeente Hilvarenbeek op om binnen vier weken na verzending van deze uitspraak ervoor zorg te dragen dat het hiervoor vermelde onderdeel II., wordt verwerkt in het elektronisch vastgestelde plan dat te raadplegen is op de landelijke voorziening;
IV.     veroordeelt de raad van de gemeente Hilvarenbeek tot vergoeding van bij [appellant] in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.750,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
V.      gelast dat de raad van de gemeente Hilvarenbeek aan [appellant] het door hem voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht ten bedrage van € 178,00 vergoedt.
Aldus vastgesteld door mr. J.H. van Breda, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P.F.W. Tuit, griffier.
w.g. Van Breda
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Tuit
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 24 januari 2024
425-1019